maandag, maart 10, 2008

EHBO

"Eerste Hulp Bij Ontwikkeling" is de titel van een heel nieuw boekje, geschreven door Mirjam Vossen. Het is geschreven voor particuliere initiatieven in hulp en ontwikkelingswerk.

100 kleine bladzijden met een intro in ontwikkelingswerk. Je leest het boekje in een uur of anderhalf uur uit en het is leesbaar voor iedereen.
Het is geschreven vanuit het perspectief van particuliere initiatieven en bijna alles wordt met leuke korte voorbeelden geillustreerd.

Het boekje gaat in op vrijwel alle punten die uit recente onderzoeken (Schulpen, Kinsbergen) naar voren kwamen. Het boekje neemt de kritiekpunten vaak niet zonder meer over, maar intussen worden ze door de aangereikte stof toch ongeveer allemaal ondervangen. Ik vind dat erg knap: je sluit dan heel erg bij de lezer aan en intussen stuur je inhoudelijk toch heel sterk. In alles merk je dat de auteur niet alleen ontwikkelingsgeograaf is maar ook journalist.

Als je het boekje heel kort wilt samenvatten, kun je zeggen dat het de meest belangrijke en algemeen geaccepteerde lessen van ontwikkelingssamenwerking samenvat en weergeeft. En daarbij evalueert in hoeverre dit relevant is voor particuliere initiatieven.

In dit korte bestek worden zonder gebruik van jargon de belangrijkste dingen gezegd over: kwaliteit, visievorming, output outcome impact, projectmatig werken, projectcyclus, partnership, ownership, participatie, institutioneel vs community based, evaluaties, accountability, lerende organisatie, advocacy, complementariteit, vrijwilligersbeleid en zelfs ook in machtsrelaties en verstoring daarvan door projecten.

De inhoud (dit zijn de ondertitels van de hoofdstukken):

  1. Ontwikkelingsprojecten van particulieren
  2. Kwaliteit van ontwikkelingsprojecten
  3. Samenwerken met mensen en organisaties in het Zuiden
  4. Kanttekeningen bij 'containerhulp', weeshuizen en microfinanciering
  5. Projecten plannen en begroten
  6. Het uitvoeren van projecten in het Zuiden
  7. Neveneffecten en duurzaamheid
  8. Controleren van uitgaven
  9. Monitoren en evalueren
  10. Samenwerken met andere vrijwilligers

Het enige wat niet aan de orde komt is de relevantievraag en misschien is dat juist wel goed. Zo zal het boekje de meeste ingang vinden in het land van de particuliere initiatieven.

Een punt vind ik beslist minder handig. De auteur gebruikt de term 'vrijwilligers' in plaats van 'particuliere initiatieven'. Maar daardoor versmalt ze de particuliere initiatieven behoorlijk. Er zijn een heleboel private initiatieven en filantropische instellingen die ook betaalde mensen aan het werk hebben. En ook voor veel daarvan zou dit boekje ook weleens heel erg aardig kunnen zijn.

Geen opmerkingen: