woensdag, mei 30, 2007

Zoellick bij de Wereldbank?

Robert Zoellick gaat waarschijnlijk de Wereldbank leiden. De meeste kranten berichten positief over hem, zie b.v. Trouw. Oxfam heeft alvast een 6-punten actieplan opgesteld voor hem: zie hier en hier vertaald in NLs.

Ik ben het beslist niet met alle punten van Oxfam eens (b.v. dat alle basisvoorzieningen gratis moeten worden), maar wel met de meeste, met name met het punt dat de economische voorwaarden bij leningen weg moeten (zie ook mijn eerdere post over de wereldbank).

De indruk die ik van Zoellick krijg, is dat hij juist een vrije-handel-fundamentalist is. Trouw schrijft daar juist positief over, maar dat gaat waarschijnlijk betekenen dat dit punt van Oxfam beslist niet door deze persoon waargemaakt zal worden. Hij zal waarschijnlijk juist vinden dat arme landen onvoorwaardelijk hun grenzen moeten openen (als voorwaarde voor leningen) zodat hun beginnende markten overspoeld kunnen worden met gesubsidieerde dumpartikelen vanuit b.v. de USA. Zie hier b.v. een kritisch stuk over Zoellick's ideeen over handel.

Oftewel: ik word nog niet direct razend enthousiast. Misschien dat Boekestijn toch wel gelijk heeft dat de NLse donaties aan de Wereldbank nog eens goed onafhankelijk bekeken moeten worden op hun impact.

vrijdag, mei 25, 2007

Intelligent Design in de 19e eeuw

Ik ga hier niet veel zeggen over evolutie of schepping - of over de nieuwe debatten over Intelligent Design. Hoop in ieder geval dat het type controverses zoals in de VS over dit onderwerp ons bespaard gaat blijven.

  • In de 18e eeuw had Linneaus gewerkt aan de indeling van soorten, 'species'. Zijn leerlingen gingen overal over de aarde om soorten te verzamelen die allemaal keurig werden ingedeeld. Charles Darwin was één van hen, maar dan een beetje later: 19e eeuw. Er begon wat twijfel te komen aan de vaste hokjes van de 'species' die tot dan toe aangenomen werden: er kwamen geen soorten bij en er gingen geen soorten verloren.
  • Al voor Darwin zijn belangrijkste boeken publiceerde, was er een boek waarin beweerd werd dat soorten evolueerden (Robert Chambers, 1844).
  • Darwin begon zijn ideeën te ontwikkelen in de 1830'er jaren tijdens zijn reis met de Beagle. Hij volgde heel sterk de ideeën van Lyell die ervan uitging dat vaste krachten en principes de processen leidden die de aarde vormgaven.
  • Gelijk met Darwin ontwikkelde ook Wallace dezelfde ideeën, n.l. dat de soorten uit elkaar ontstaan waren door natuurlijke selectie en aanpassing. Hun ideeën werden samen gepresenteerd in Londen in juli 1858 (en maakten toen maar weinig indruk).
  • Bij zowel Darwin als Wallace speelde Malthus publicatie een rol. Die beweerde dat de bevolking altijd harder zou groeien (exponentieel) dan de benodigde resources (lineair) - en dat rampen daarom alleen voorkomen zouden kunnen worden door b.v. kleinere gezinnen.

Wat heel aardig is, is het verschil tussen Darwin en Wallace:

  • Darwin was een gelovig iemand, die controverses schuwde, heel lang aarzelde voor hij met zijn theorieën naar buiten kwam. Hij ging langzamerhand en tegen zijn zin twijfelen aan zijn geloof in God zoals hij dat altijd gehad had.
  • Wallace was in zijn jeugd anti-religieus geworden, las het boek van Chambers en ging bewust op zoek om te bewijzen dat het ontstaan van de soorten door evolutie gebeurde. Hij verzamelde daar 127.000 planten en dieren voor.
    Echter, vanuit zijn passie voor evolutie, begon zijn Godsgeloof weer terug te komen, althans, geloof dat er toch wel een 'Higher Intelligence' moest zijn die achter dit hele gebeuren stond. Is dit Intelligent Design in de 19e eeuw?

Dus de één begon vanuit traditioneel geloof meer en meer te twijfelen en de ander raakte vanuit ongeloof meer en meer overtuigd dat atheisme toch niet houdbaar is.

maandag, mei 21, 2007

Liefdesladder

Net het boek 'De liefdesladder' van Else-Marie van den Eerenbeemt gelezen. Dit boek gaat over familierelaties en andere relaties. Het boek is gebaseerd op het gedachtengoed van Nagy, de contextuele therapie, waarbij de mens in essentie als relationeel wezen wordt gezien: autonomie bestaat alleen in relatie tot de ander.

Hieronder een paar gedachten over dit boek:

  • Dit wordt toegepast op familierelaties. Hiervoor wordt het beeld van de ladder gebruikt: de staanders (verticale relaties) zijn de relaties met de ouders; de sporten (horizontale relaties) zijn alle andere relaties: gekozen relaties (broers en zussen omschrijft ze als diagonale relaties, zitten ertussenin. Als ik het goed zag, omschrijft Nagy die als horizontale relaties).
  • De hoofdgedachte die door het hele boek heen terugkomt, is: je kunt de relatie met je ouders niet ontkennen, want het is je bestaan en heeft je gevormd. Het gaat er niet om, om alles van ouders te accepteren of over te nemen, maar wel om die relatie onder ogen te zien, je ouders ook als kinderen van hun ouders te zien en bewust om te gaan met dit generationele erfgoed.
  • Hier wordt de term 'vrijheid in verbondenheid' aan gekoppeld. Autonomie los van alle relaties bestaat niet; een breuk brengt alleen maar onvrijheid en geladenheid met zich mee, wat zich vaak weer doorvertaalt naar de volgende generatie of zich heftig uit bij overlijden van ouders.
  • Steeds gaat het over de dynamische balans tussen geven en nemen, de erkenning van deze twee en de invloed die allerlei familiegebeurtenissen hierop (v.v.) heeft, zoals rouw, scheiding, zelf gaan trouwen, verzoening na een breuk, verdelen van de erfenis etc.
  • Een andere hoofdgedachte is dat de verticale relaties de horizontale relaties enorm beïnvloeden, zowel positief als negatief; b.v. vertrouwen meegekregen in relaties met ouders (vertikaal) helpt om een duurzame partnerrelatie aan te gaan (horizontaal). Dit kan ook leiden tot loyaliteitsconflicten, b.v. een man die klaagt over iets van zijn ouders, maar het zijn vrouw kwalijk neemt als zij met zijn kritiek instemt ('het zijn toch mijn ouders').
  • De term 'mutual becoming' van Nagy vind ik een hele mooie. Hij geeft hiermee ook aan dat de mens in z'n uppie nauwelijks te definiëren is. Die term kun je ook (en vooral) toepassen op het huwelijk.

Ik ken Nagy's religieuze overtuiging niet, maar vind hier wel heel mooie relaties liggen met het christelijke gedachtengoed, met name in de triniteitsleer: God is in zijn wezen relationeel, en de mens, geschapen naar zijn beeld, dus ook. Echte individualiteit en autonomie zonder relatie of minstens referentie aan de ander bestaat dus niet.


vrijdag, mei 18, 2007

Allah en God

Opnieuw zijn er discussies over de vraag of de Allah van de moslims dezelfde is als de God van de christenen en joden. Ik vind dit één van de meest onduidelijke en verwarrende discussies in de christelijke wereld - en daarmee ook een onzinnige discussie.

  • Zowel het judeo-christelijke als het islamitische wereldbeeld is monotheïstisch. Beide zeggen dus dat er één Wezen is, wie je God kunt noemen.
  • Naar dat Wezen wordt gerefereerd met diverse namen en aan Hem worden diverse eigenschappen toegeschreven. Hier komen de verschillen, die er dus wel degelijk zijn: verschillen niet in het feit dat er één God is, maar hoe Hij is. De predicaten en adjectieven over God verschillen, maar God als het subject van deze verschillende predicaten is hetzelfde subject (Cragg).
  • In verschillende delen van de wereld wordt God ook door christenen Allah genoemd, dat was ook zo in Arabië waar Mohammed leefde. In andere delen van de wereld wordt God nog met duizenden andere namen genoemd.
  • Het is vergelijkbaar met het volgende: 2 mensen zeggen allebei dat er een groot licht is wat deze aarde overdag verlicht. De één beschrijft dit licht overeenkomend met onze wetenschappelijke kennis, de ander beschrijft dit licht als een bol die iemand aan een touwtje vasthoudt en dagelijks langs het hemelgewelf trekt.
    Conclusie: ze hebben het over wezenlijk verschillende zonnen. De eerste heeft het over de echte zon, de tweede heeft het niet over de zon, maar over iets heel anders.
    Onzin natuurlijk: ze hebben het allebei over de zon, maar de inzichten waarmee ze die zon beschrijven, verschillen behoorlijk.
  • Vervolgens is aan christelijke zijde nog weer de nodige bescheidenheid nodig om niet te veronderstellen dat moslims alles fout hebben in hun beschrijvingen van Allah en dat christenen alles goed hebben in hun beschrijvingen van God in de vele bestaande dogmatieken. Zelfs Paulus zegt: "wij zien als door een spiegel in een duistere rede" en niemand zal willen ontkennen dat onder christenen erg veel misconcepties over God bestaan.
Wat mij betreft zijn een paar aanraders op het gebied van Islam en verhoudingen tot christelijk geloof:

De meeste van deze mensen hadden een leven lang intercultureel gesprek met moslims achter de rug, soms 30 of 40 jaar. Voor mij heeft dat heel wat meer waarde dan de één of andere Nederlandse pastor die misschien wel een beetje buiten de Nederlandse deur gekeken heeft maar niet veel - maar wel heel zeker weet dat zijn mening de enig juiste is en dat anderen 'godslasterlijk' zijn.

[update 18-12-2007: net twee erg goede artikelen gelezen over het gebruik van het woord Allah in bijbelvertalingen door de tijden heen. hier en hier]

donderdag, mei 17, 2007

Change it, love it or leave it

Pas hoorde ik een uitspraak die ik nog niet kende:

Change it, love it or leave it (Verander het, vind het fijn, of laat het zitten)
Er is wel een andere die ik kende, het zogenaamde Serenity Prayer:
God, give us grace to accept with serenity the things that cannot be changed, courage to change the things that should be changed, and the wisdom to distinguish the one from the other.
Een NLse versie: God, geef me de moed om te veranderen wat veranderd moet worden, het geduld om te aanvaarden wat niet veranderd kan worden en de wijsheid om tussen die twee te onderscheiden.

De twee lijken wat op elkaar: omstandigheden veranderen komt bij allebei voor (change it); maar het accepteren of aanvaarden van de serenity prayer is in de eerste uitspraak uitgesplitst in twee mogelijkheden: wees er blij mee (love it) of laat het zitten (leave it); aanvaard het met blijdschap en volle overtuiging, of: trek je ervan terug en negeer het.
Die uitsplitsing lijkt me goed: willoos accepteren leidt maar al te vaak tot innerlijke en ongeuite frustraties, die op een andere manier toch weer op zullen spelen. Als het niet veranderd kan worden (change it) en je je ook niet kunt terugtrekken van een situatie of het kunt negeren (leave it), accepteer het dan met volle overtuiging (love it) (en wees dus niet gefrustreerd).

Tegelijkertijd is het gebed om wijsheid om te onderscheiden niet overbodig. Een combi zou zoiets worden als: change it, love it or leave it (and pray for wisdom to know which one to choose).

Hudson Taylor

Ik had al wel eerder gelezen over Hudson Taylor, die aan het eind van de 19e eeuw als zendeling naar China ging en erg radicale ideeën had, bijvoorbeeld het boek 'de man die God geloofde'.

Opnieuw ben ik verbaasd over de radicaliteit van zijn ideeën. Als ik dan om me heen zie hoe makkelijk organisaties vandaag van zichzelf zeggen in de voetsporen van Hudson Taylor te gaan of zelfs zijn naam aan hun organisatie koppelen, verbaast me dat nog meer, zeker als de werkwijze van zo'n organisatie op essentiële punten tegenovergesteld is aan die van Hudson Taylor.

De radicaliteit van zijn ideeën komt tot b.v. tot uiting bij de volgende punten:

  • Geen geld vragen: hij nam de ideeën van George Müller over. Hij vertrouwde dat God voor middelen zou zorgen en weigerde expliciet om geld te vragen. Zijn voorlichting en advertenties zouden er heel wat anders uitzien dan van de meeste organisaties vandaag.
  • Beslissingsbevoegdheid op het veld, en niet van afstand vanuit Europa. Dit kostte weliswaar de nodige struggles. Vervolgens was hijzelf behoorlijk autoritair, maar daardoor behield de organisatie ook haar slagkracht en haar eenheid ook toen er een enorme toestroom aan diverse mensen kwam.
  • Radicale aanpassing aan Chinese gewoonten, bijvoorbeeld in haardracht (lange vlecht) en kleding, maar ook op andere issues van contextualisatie. Dat leverde hem de nodige kritiek op van andere zendelingen. Bedenk hierbij dat dit speelt in de hoogtijdagen van het kolonialisme, 'the white man's burden', de absolute superioriteit van het witte ras wat aan de wereld opgelegd moest worden. China was net 'opengelegd' door 'verdragen' met Engeland waardoor China simpelweg gedwongen werd zendelingen binnen te laten.
  • Gezonde principes van zelfstandigheid van lokale kerken. Dit punt is meestal gekoppeld aan het vorige: goede contextualisatie en zelfstandige kerken. Ik vraag me af of Hudson Taylor er groot voorstander van zou zijn om allerlei Europese boeken te vertalen en te verschepen naar China.
  • Christelijke nederigheid. Na de Boxer-opstand gericht tegen buitenlandse overheersing, waarbij christenen en zendelingen het moesten ontgelden, moest China van de Europese overheden compensatie betalen. De meeste zendingsinstanties accepteerden dat (en investeerden het vervolgens wel weer in het land zelf), maar de China Inland Mission van Hudson Taylor was de enige die het helemaal weigerde te accepteren.

maandag, mei 07, 2007

Antisemitische joden

Ik ben al een aantal jaren af en toe wat stukken in dit boek aan het lezen. Steeds weer verbaas ik me over de geschiedenis van de Joden. Nu ben ik bijvoorbeeld in de 19e eeuw bezig: Karl Marx, één van de bekendste Joden ooit, was ook één van de grootste antisemiten ooit. In die periode waren er veel vooruitstrevende joden die zelf antisemiet waren, van zichzelf probeerden te verbergen dat ze Jood waren en elkaar uitscholden vanwege hun joodse afkomst. Daarbij gebruikten ze de meest vulgaire en banale manieren om te schelden, b.v. dat de Joden een kolonie leprozen waren die uit Egypte gejaagd waren.
Ik wist niet dat Marx een jood was, en nog minder dat zijn kapitalisme een uitbouwsel is van zijn antisemitisme. Voor Marx was de Jood de kapitalist bij uitstek die de christen met zich meegezogen had.
Johnson noemt veel meer Joodse invloeden bij Marx: zijn manier van redeneren, net als de rabbijnen: volledig theorie, Marx is nooit in een fabriek geweest (wilde dat niet); bewijsteksten zoeken bij een al vaststaande theorie; een heilsstaat die veel doet denken aan het Joodse messianisme etc.

zaterdag, mei 05, 2007

Begin van het feminisme

In de tijd na de Franse revolutie begon het feminisme. Mary Wollstonecraft schreef in 1792 het boek 'right of woman'. Twee jaar daarvoor had ze het boek 'right of man' geschreven.
Vanaf dezelfde tijd speelt de industriële revolutie, eerst vooral in Engeland, na 1830 ook meer en meer in continentaal Europa. Dit leidt tot een veel grotere rolverdeling tussen man en vrouw, minder gezinsarbeid (eerst nog wel, dan gaan complete gezinnen in fabrieken werken): het beroep 'huisvrouw' werd toen veel verder ontwikkeld en ging ook inderdaad meer inhouden. Voor de nieuw ontstane middenklasse moest van alles verzonnen worden voor de vrouwen die tijd en geld ter beschikking hadden. Dit waren allemaal impulsen voor meer aandacht voor vrouwelijkheid. Tegelijkertijd waren er de individuen die in staat waren in de mannenwereld te penetreren, bijvoorbeeld de duitse Franziska Tiburtius die dokter wilde worden maar alleen in toegelaten werd door de universiteit van Zürich. We hebben het dan al over 1876.
In Amerika speelt rond deze rijd, na de burgeroorlog, het feit dat enorm veel mannen gedood zijn. In sommige plaatsen was de ration vrouwen / mannen van huwbare leeftijd: 10 / 1. Dat betekende dat vrouwen ongekend veel dingen moesten gaan doen tot en met het runnen van bedrijven en banken.

Wat allemaal veel minder bekend is, is dat de eerste grootscheepse vrouwelijke activiteiten en uitlaatklep voor feminisme, de zending was. Al in 1800 werden de eerste vrouwenclubs voor zending opgericht in Amerika en ook in Europa. In Amerika was toen de golf van zendingssocieties (die zendelingen uitzonden) nog niet eens begonnen; de ABCFM begon in 1811. Eerst haalden die alleen geld op. Ze overwonnen de mannelijke tegenstand tegen het met elkaar (dus zonder mannen) bidden voor zending. Vrouwen die zelf zendingswerk wilden doen, konden alleen als 'vrouw van' worden uitgezonden, en dat gebeurde dan ook regelmatig: soms huwelijken een week voor uitzending (b.v. de Judsons), soms zelfs naar het veld gestuurd om met nog onbekende zendeling te gaan trouwen (b.v. bij de Baseler Mission).
Maar al snel wilden vrouwen ook zelf uitgezonden worden: tussen 1820 en 1920 zijn 2 keer zoveel vrouwen uitgezonden dan mannen, met bekende voorbeelden zoals Mary Slessor, Lottie Moon en Gladys Aylward. Soms richtten ze daarvoor eigen zendingsorganisaties op, parallel aan die voor de mannen. Daarvan zijn er tientallen geweest, met name in Amerika. Nog weer later ook eigen seminaries voor vrouwen. Iemand als Lottie Moon is juist bekend geworden als voorvechter voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen (op het zendingsveld).
Het feit dat zoveel vrouwen zendingswerk gingen doen, had natuurlijk alles te maken met de beperkte mogelijkheden binnen de kerken in eigen land.
Het begin van de (praktische) feministische beweging is dus behoorlijk evangelikaal.

Vakantie

De afgelopen week heb ik vrij gehad. Ongeveer voor het eerst ook echt geen email gecheckt. Heerlijk even afstand.

Onze kinderen zijn 8, 7, 5 en 0. Met de oudste 3 zijn we individueel een dagje uit geweest. Elk van hen mocht zelf het dagprogramma uitkiezen, inclusief wat ze wilden gaan eten. Arjanne is zo 2 keer een dagje uitgeweest en ik 1 keer. De voorpret, het zelf mogen kiezen, de exclusiviteit van de aandacht voor die ene dag en het waarderen dat samen uitgaan toch ook wel weer voordelen heeft boven alleen uitgaan, zijn allemaal dingen die het een groot succes maakten.