vrijdag, maart 28, 2008

Minder managers, evenveel bureaucratie

In de Intermediair een kort artikel over het afnemen van het aantal managers (-24%) en leidinggevenden (-34%). Dit komt doordat in de kenniseconomie mensen veel meer toegang tot informatie hebben, veel meer zelf beslissingen kunnen en durven nemen en meer in wisselende structuren en verbanden werken zoals projectgroepen. Werknemers willen in toenemende mate deze vrijheid en bedrijven blijken hier beter door te presteren.
Tot zover het goede nieuws.

Maar de controledrang en verantwoordingsdrang neemt juist toe. In alle sectoren nemen alle vormen van rapportages toe. Ook een beetje juridisering.
Ik sta hier gemengd in: vrijheid zonder performance control kan niet. Inzicht in werkresultaten is een absolute must, maar ik heb hier wel een paar bezwaren:

  1. Dit heeft tot gevolg dat nadruk op output komt te liggen, meer dan op wat je echt wilt bereiken. Berucht voorbeeld zijn de agenten die afgerekend worden op het aantal bekeuringen, of de NGO die alleen rapporteert over het aantal mensen dat een training bezocht.
  2. Het kan een complete fake werkelijkheid opleveren. Voorbeeld is een tijdschrijfsysteem dat op 5 minuten nauwkeurig moet worden ingevuld. Je kunt er dan van verzekerd zijn dat allerlei vormen van creatief boekhouden gaan ontstaan.

Ik zou juist pleiten voor een gerichtheid op de echte resultaten die je wilt bereiken, voor het flexibel, contextspecifiek en maatgesneden formuleren van de meetpunten die daar inzicht in geven en daarop monitoren. Bij bedrijven lijkt dat erg makkelijk: b.v. het aantal orders dat je binnenhaalt, maar met iets breder denken (MVO, PPP) zouden hier ook iets meer evalueerbare doelen bij moeten komen. En dan nog steeds zelfsturend.

dinsdag, maart 25, 2008

Lesboek OS

De toekomst van OS is nu echt zonnig. Havo en VWO leerlingen krijgen vanaf nu echt les in ontwikkelingssamenwerking. Er is zelfs een heel boek voor middelbare scholieren geschreven. Straks wordt het een makkie voor NGO's om goed personeel te krijgen en de particuliere initiatieven zullen niet alleen als paddestoelen de grond uitschieten, maar de kwaliteit ervan zal ook veel hoger worden.
En dat dankzij een hele generatie jonge mensen die al vanaf middelbare school alles over OS met de paplepel ingegoten gaat krijgen.

Ons vak wordt wel een onsje minder exclusief, maar ja

zaterdag, maart 22, 2008

Medische zending

Net een hele les over 'medisch zendingswerk' achter de rug: de historische motor achter veel gezondheidszorg in niet-Westerse landen. Tot in de '70 er jaren was soms bijna de helft van alle medische voorzieningen in een land in handen van christelijke organisaties.
Heel kort is de geschiedenis als volgt:

  1. Zendingswerkers doen ook informele medische kennis op om in hun omgeving allereerste medische zorg te kunnen verlenen (met uitzonderingen die een echte medische opleiding hadden zoals David Livingstone).
  2. Medisch zendingswerk professionaliseert en breidt uit (vanaf 2e helft 19e eeuw). Naduk op goede opleiding, ontwikkeling van ziekenhuizen, etc. Motivaties: a) gehoorzaamheid bijbelse opdracht, b) humanitaire overwegingen, c) zorg voor eigen zendingswerkers waaronder ook hoge sterfte was, d) als 'deuropener' voor overig zendingswerk.
  3. Doorontwikkeling naar medische opleidingen en meer geavanceerde ziekenhuizen.
  4. Verschuiving naar Primary Health Care van '80er jaren. Eigenlijk sluit dat dus weer gedeeltelijk aan bij fase 1. Voor ziekenhuizen wordt meer en meer aansluiting gezocht bij overheden.

Een suggestie uit een toonaangevend document uit 1894 (Dowkontt, murdered millions) leek erg actueel: laat medisch zendingswerk zich niet alleen richten op de allerarmsten, maar vooral ook op de rijkeren, die realistische fees kunnen betalen: daarmee kan dit werk zich voor een groot deel bedruipen. 114 jaar later spelen soms dezelfde discussies.

Nog een aardig punt wat ik me niet eerder zo gerealiseerd had: medisch zendingswerk heeft een grote rol gespeeld bij de declericalisatie van zendingswerk: minder in handen van officiele ambtsdragers.

zaterdag, maart 15, 2008

Apartheid en prosperity gospel

Elizabeth Isichei koppelt 2 van mijn interesse gebieden aan elkaar: apartheid en prosperity gospel. Tijdens de apartheid heeft de health en wealth gospel stroming klakkeloos de apartheid geaccepteerd. God dienen maakt immers rijk? Logisch dus dat God dan aan de kant van de machtige blanken was. Televisie evangelisten als Jerry Falwell, Jimmy Swaggart en het Rhema centre in Johannesburg stonden voluit achter het regime.

Logisch dus dat theologische stromingen verwant aan de bevrijdingstheologie veel meer voet aan de grond kregen in Zuid Afrika dan elders in Afrika.

Daarmee hebben dus zowel het prosperity gospel alsook de gereformeerde traditie boter op hun hoofd.

maandag, maart 10, 2008

EHBO

"Eerste Hulp Bij Ontwikkeling" is de titel van een heel nieuw boekje, geschreven door Mirjam Vossen. Het is geschreven voor particuliere initiatieven in hulp en ontwikkelingswerk.

100 kleine bladzijden met een intro in ontwikkelingswerk. Je leest het boekje in een uur of anderhalf uur uit en het is leesbaar voor iedereen.
Het is geschreven vanuit het perspectief van particuliere initiatieven en bijna alles wordt met leuke korte voorbeelden geillustreerd.

Het boekje gaat in op vrijwel alle punten die uit recente onderzoeken (Schulpen, Kinsbergen) naar voren kwamen. Het boekje neemt de kritiekpunten vaak niet zonder meer over, maar intussen worden ze door de aangereikte stof toch ongeveer allemaal ondervangen. Ik vind dat erg knap: je sluit dan heel erg bij de lezer aan en intussen stuur je inhoudelijk toch heel sterk. In alles merk je dat de auteur niet alleen ontwikkelingsgeograaf is maar ook journalist.

Als je het boekje heel kort wilt samenvatten, kun je zeggen dat het de meest belangrijke en algemeen geaccepteerde lessen van ontwikkelingssamenwerking samenvat en weergeeft. En daarbij evalueert in hoeverre dit relevant is voor particuliere initiatieven.

In dit korte bestek worden zonder gebruik van jargon de belangrijkste dingen gezegd over: kwaliteit, visievorming, output outcome impact, projectmatig werken, projectcyclus, partnership, ownership, participatie, institutioneel vs community based, evaluaties, accountability, lerende organisatie, advocacy, complementariteit, vrijwilligersbeleid en zelfs ook in machtsrelaties en verstoring daarvan door projecten.

De inhoud (dit zijn de ondertitels van de hoofdstukken):

  1. Ontwikkelingsprojecten van particulieren
  2. Kwaliteit van ontwikkelingsprojecten
  3. Samenwerken met mensen en organisaties in het Zuiden
  4. Kanttekeningen bij 'containerhulp', weeshuizen en microfinanciering
  5. Projecten plannen en begroten
  6. Het uitvoeren van projecten in het Zuiden
  7. Neveneffecten en duurzaamheid
  8. Controleren van uitgaven
  9. Monitoren en evalueren
  10. Samenwerken met andere vrijwilligers

Het enige wat niet aan de orde komt is de relevantievraag en misschien is dat juist wel goed. Zo zal het boekje de meeste ingang vinden in het land van de particuliere initiatieven.

Een punt vind ik beslist minder handig. De auteur gebruikt de term 'vrijwilligers' in plaats van 'particuliere initiatieven'. Maar daardoor versmalt ze de particuliere initiatieven behoorlijk. Er zijn een heleboel private initiatieven en filantropische instellingen die ook betaalde mensen aan het werk hebben. En ook voor veel daarvan zou dit boekje ook weleens heel erg aardig kunnen zijn.

vrijdag, maart 07, 2008

Informatierecht

Er ligt (opnieuw) een wetsvoorstel dat klanten het recht moet geven om informatie over producten op te vragen: waar het gemaakt is en onder welke omstandigheden.
De discussie spitst zich toe op de vraag of dit wettelijk geregeld moet worden of dat er een code kan komen vanuit het bedrijfsleven zelf (zoiets als de SA8000 code ofzo).
Zelf ben ik groot voorstander van deze openheid. Ik heb inmiddels de ervaring om in dezelfde winkel 3 keer de eerste te zijn geweest die vroeg of de kleren die ik kocht met kinderarbeid gemaakt waren.
Natuurlijk is een code door het bedrijfsleven zelf veel beter, maar een wettelijke minimumbasis eronder lijkt mij prima als versneller.

zaterdag, maart 01, 2008

Assepoester

Eerder heb ik me weleens verdiept in narratieve theologie. Verschillende zendingsorganisaties hebben benaderingen ontwikkeld zoals chronological Bible storying. Sluit veel beter aan in culturen met een hoge mate van orality dan meer analytische exposities van de verhalen.
In Joitske's blog zag ik een enorm leuke ppt van het sprookje van Assepoester. Vergelijk het bekende verhaal van dit sprookje maar eens met deze powerpoint.
Als je het sprookje toch mooier vindt, is er hoop dat er nog wat orality is overgebleven in onze cultuur.


MDG's en afhankelijkheid

Jim Harries heeft een aardige gedachte, die heel kort hierop neerkomt:

  • De MDG's zijn gebaseerd op seculier gedachtengoed - spirituele / religieuze dimensie buitengesloten.
  • In westerse context is dit zinvol gedachtengoed (is gerelateerd aan materialisme); in niet-westerse culturen (meer integraal / holistisch / incl. spiritueel) is dit niet zinvol te plaatsen en heeft het dus iets mystisch.
  • Overplanten van de MDG's met bijbehorende manier van aanpak (gebaseerd op dit seculiere gedachtengoed) vraagt daarom nog extra (en blind) vertrouwen van niet-westerse culturen in dit (voor hen) mystieke gedachtengoed.
  • Daarmee creeert het extra afhankelijkheid (sowieso ook al door het middel van grootscheepse geldoverdracht).

Ik denk dat hier veel waarheid in zit. Dat het onderliggende seculiere wereldbeeld (of religie) wholesale meegeleverd wordt met alle 'ontwikkeling', wordt tegenwoordig veel breder erkend, ook door niet-religieuze auteurs. Dat dit hele concept ingepast wordt in lokale manieren van denken (en dus mystiek wordt opgevat) is voor mij het nieuwe element in zijn gedachte. Ik denk dat dit wel aansluit bij de 'reality on the field', maar of globalisering en langdurige wederzijdse exposure dit niet veranderd hebben, vraag ik me af. Maar ook in dat geval zou dat dit vergrote begrip alleen betrekking hebben op een kleine elite.

Opnieuw particuliere initiatieven

Na de studie van Lau Schulpen is er nu opnieuw een onderzoek naar de resultaten van particuliere initiatieven, uitgevoerd door Sara Kinsbergen voor Wilde Ganzen, een organisatie die particuliere initiatieven financieel ondersteunt.

Ze kijkt naar de output, de outcome en de duurzaamheid als 3 indicatoren voor 'succes', maar ook naar de samenwerking, de ownership en de capaciteit van lokale partners en de NLse particuliere initiatieven als factoren die dit succes beinvloeden.

Ze heeft 74 enquetes van NLse initiatieven en 35 van lokale partners teruggehad en 10 projecten in Tamil Nadu, India, bezocht.

Conclusies: output en outcome worden redelijk gehaald, duurzaamheid vrijwel niet. Blijvende afhankelijkheid en/of onvermogen om de projecten na het project door te laten gaan (of de projectresultaten blijvend toegankelijk te laten zijn voor de doelgroep).

Manier van samenwerking blijkt (voorspelbaar) veel invloed te hebben op deze resultaten, b.v. projecten die op moment van bezoek op goed vertrouwen worden geaccepteerd maar toch niet zo helder bleken te zijn, of relaties met slechts 1 of enkele charismatische personen met bijbehorende risico's. Capaciteit van lokale organisaties heeft, lijkt ook een belangrijke factor (ook voorspelbaar).

Lokale organisaties bleken erg weinig netwerk te hebben en dus redelijk in isolatie te werken. Mogelijk ook weinig belang bij lokaal netwerk vanwege de relatief makkelijkere beschikbaarheid van de NLse initiatieven?

Interessant is dat de gedrevenheid van NLse initiatieven (en daarmee de drive om veel beslissingen zelf te nemen en soms te reageren op basis van eerste indrukken of emoties) een negatief effect leek te hebben op de passendheid en de duurzaamheid van projecten.

Wilde Ganzen wordt aanbevolen om beoordelingscriteria wat verder in te vullen danwel aan te scherpen, trainingen aan te bieden en te werken aan bewustwording bij NLse particuliere initiatieven.

Dit onderzoek is (evenals dat van Lau) mild en bescheiden getoonzet, leuk en helder om te lezen en benadrukt nog iets meer de positieve kanten. Juist daarover blijven nog wel vragen over. Impact, resultaten op langere termijn, wordt helemaal buiten beschouwing gelaten. Begrijpelijk in het kader van zo'n onderzoek. Maar zelfs outcome wordt wel erg mager ingevuld (b.v. bij bouw opvanghuis: 'verbeterde levensomstandigheden', bij aankoop schoolmateriaal: 'verbeterde onderwijsomstandigheden'). Mijn vragen daarbij zouden zijn hoe je dat bepaalt, wie dat bepaalt, waarmee vergeleken wordt, etc.

Ook wordt niet gekeken naar relevantie, terwijl daar wel in algemene zin positieve uitspraken over gedaan worden. Juist als de lokale inbedding vragen oproept (zoals uit enkele casusen lijkt), zijn er vaak ook vragen te stellen bij de relevantie.

De vragen die in het kader van duurzaamheid naar voren komen, hebben ook soms raakvlakken met relevantie (b.v. opzetten van parallele structuur van (12) eigen klaslokalen, terwijl kinderen vervolgens toch maar naar de reguliere school gestuurd worden).

Wat ook leuk is aan dit rapport heel kort en heel leesbaar weergeeft hoe en wanneer het denken over partnership, ownership, duurzaamheid etc. is ontwikkeld. Als dan juist naar voren komt dat deze punten allemaal weinig beseft worden door particuliere initiatieven, bevestigt dat de indruk dat er vaak een aantal 'lessons learned' over het hoofd gezien wordt - en wielen opnieuw worden uitgevonden (en misschien is dat ook de enige manier om echt dingen te leren?)

Al met al leidt dit onderzoek tot vergelijkbare conclusies als het onderzoek van Lau Schulpen en wordt ook hier een pleidooi gevoerd om het particuliere initiatief niet alleen te zien als draagvlakversterking (dus primaire doelgroep NL) maar ook te kijken naar de effecten van de interventies die gedaan worden.