maandag, november 26, 2007

Ontwikkeling 2.0 - nieuw, oud, goed, fout

Ik blijf toch steeds nog wat nadenken over al die privé initiatieven in ontwikkeling. Goed of fout? Ik hou niet (meer) zo van heel erg zwart-wit denken, maar ik blijf mezelf afvragen wat ik ervan vind.

De wortels van ontwikkelingswerk liggen helemaal in privé-initiatieven. De revivals rondom Wesley en later Moody hadden een sterke invloed op de ontwikkeling van sociale initiatieven. Tussen 1815 en 1914 heb je dan de 'grote eeuw' van zending (en ontwikkeling en alle mengvormen ertussen) - en stijgt het aantal uitgezondenen alleen al in de protestantse hoek van een paar honderd tot 22.000.
Parallel daaraan ontwikkelen er allerlei andere sociale initiatieven. De eerste 100 jaar van de arbeidersbeweging in Engeland (waar die het eerst ontwikkelde) is volledig een evangelikaal gebeuren (en dat was beslist een minority). En gevangenishervormingen, anti-alcoholisme bewegingen, Lord Shaftesbury met (o.a.) zijn anti schoorsteenveegjongetjes wet. Etc.
Deze individuen wachtten niet op 'de professionals'. Die bestonden ook niet. Ze werden het zelf (door alle trials en errors - en sommigen zijn het nog steeds niet, zie weer de studie van Lau Schulpen in 2007). Tegelijkertijd bewerkten ze de overheid om hun taken op te nemen.
[Duidelijk dus waar het ministerie z'n drie strategieën vandaan heeft: directie armoedebestrijding, maatschappijopbouw en beleidsbeïnvloeding.]
Eén en ander dreef natuurlijk ook zeker mee op de vleugels van het kolonialisme...

De vraag of dit goed of niet goed was, doet niet veel terzake. Feit is, dat hier wortels van alle OS, IS en andere hulp liggen. Het enige verschil is dat er nu professionals voorhanden zijn en toen niet.

Daarnaast is het mode om dingen zelf te doen. En meestal ben ik daar best wel positief over, of zie ik er in ieder geval de positieve (en broodnodige) kant van in.
Bijvoorbeeld van web 2.0: ook zelf er bij betrokken zijn en niet alleen maar passief consumeren.
Of organisation 2.0: interactief in plaats van hiërarchische organisatievormen.
Of democratie 2.0: directe invloed in plaats van via via.
Of church 2.0: interactief en relationeel kerk zijn in plaats van in allerlei politiek gecompliceerde gezagsverhoudingen en instituten verwikkeld zitten en tegengehouden worden, maar Jezus Christus direct en met elkaar dienen.
En nu dus ontwikkeling 2.0: niet via de trage, logge, professionele instituten, maar gewoon zelf doen.

Die eerste voorbeelden spreken me allemaal wel aan. Die laatste kriebelt ietsje meer. Waarom? Omdat ik in dit geval zelf aan de kant van de gevestigde orde en macht zit. En me dan aangevallen voel. Net zoals de meeste managers niet echt geloven in organisation 2.0. Of kerkenraadsleden in church 2.0.

Dus? Wie wint het in me? De machthebber of de postmoderne anarchist?

Slap, maar ik ga voor een middenoptie: volledig accepteren, zonder enig negatief waardeoordeel. Maar wel overeind houden dat professionaliteit (dus de gevestigde orde) iets te bieden heeft (anders kan ik niet verantwoorden dat ik m'n baan blijf houden :)).

Misschien betekent dit ook wel dat ik voor de andere 2.0-en eenzelfde visie zou moeten volgen of ontwikkelen. En ik denk dat ik dat ook doe. De traditionele kerk heeft toch ook wel wat (anders was ik er ook niet lid van) en hiërarchie in een organisatie heeft toch ook wel een positieve functie. En misschien zelfs statische websites wel...

vrijdag, november 23, 2007

De code van het vlaggetje

Ik kreeg vragen over de code voor het vertaalvlaggetje wat ik in mn vorige post aankondigde. En het lukt me niet om de html code in een comment te zetten, vandaar maar even in een post hier:

Maarten, ik had het idee hier vandaan gehaald maar heb er wel wat aan moeten sleutelen: http://labnol.blogspot.com/2006/11/add-google-translation-flags-to-your.html

De precieze tekst van het vlaggetje, die je als een page element kunt plakken in je blogger layout, staat hieronder. Omdat het me niet lukt om dit als tekst te plakken (en niet als html code) heb ik alle < haken weggehaald en vervangen door [ haken. In totaal 3 x. Die moet je dus weer even vervangen door de < haken.

[a target="_blank" onclick="window.open('http://www.google.com/translate?u='+encodeURIComponent(location.href)+'&langpair=nl%7Cen&hl=en&ie=UTF8'); return false;" title="Google-Translate-Dutch to English">[img border="0" width="25" alt="Google-Translate-Dutch to English" src="http://www.google.com/images/flags/uk_flag.gif" height="16" title="Google-Translate-Dutch to English"/>[/a>

donderdag, november 22, 2007

Read my blog in English

Vanaf nu kun je m'n blog ook in het engels lezen door op het engelse vlaggetje te klikken.
Wel een beetje houwtjetouwtje, maar Google doet het niet echt slecht.
Jammer genoeg kan het vanuit Nederlands alleen nog maar naar het Engels. In China, Japan, Korea, Rusland en Arabie zullen ze nog even moeten wachten.

Vanuit het engels kan dat allemaal wel, maar het lukt me nog niet om vertalingen te nesten - dus de in het engels vertaalde pagina automatisch en dynamisch te laten vertalen naar die andere talen.
Als iemand een tip heeft...

dinsdag, november 20, 2007

Debat particuliere initiatieven

Gisteravond in Nijmegen bij het debat over particuliere (hulp-)initiatieven geweest. Dat was n.a.v. de studie van Lau Schulpen waarin hij stevige vragen stelt over de (randvoorwaarden voor) effectiviteit van particuliere initiatieven.
Dit debat was opmerkelijk rustig. Iedereen was het redelijk met elkaar eens, namelijk dat professionalisering nodig is, niet in de zin van bureaucratisering, maar wel in de zin van beter nadenken waarom, wie, wat, hoe en waartoe. Want goed doen kan beter.

  • Er was wel wat verschil over de vraag of je sowieso iets moet doen (de verantwoordelijkheid die je op je neemt door niets te doen).
    Zelf denk ik dat dit wel je drijfveer mag zijn (er moet iets gebeuren in deze wereld), maar dat je onmiddellijk goed moet nadenken over het hoe, wie of wat. Want ingrijpen in de levens van andere mensen is nooit neutraal. Er geldt niet altijd: baat het niet dan schaadt het niet.
  • Het viel me op dat ook vertegenwoordigers van particuliere initiatieven eensgezind riepen om meer professionalisering. Zij blijken zelf ook last te hebben van wildgroei en slechte initiatieven. Sommigen nemen het hun subsidieverstrekker achteraf kwalijk dat die niet meer kwaliteitseisen gesteld hadden.
  • Daarbij denk ik wel dat maar een erg kleine selectie van particuliere initiatieven aanwezig was bij dit debat, of uberhaupt van dit onderzoek gehoord heeft. En vraag ik me af of 'het gros' van de particuliere initiatieven deze roep om beter na te denken ook deelt.
  • De officiele subsidieverstrekkers voor particuliere initiatieven, NCDO, Wilde Ganzen (beide directeuren waren er) waren al bezig met het professionaliseren van particuliere initiatieven. Linkis is de gecombineerde frontoffice van de grote organisaties waar particulieren ook subsidies kunnen krijgen. Zij lijken de lat wat lager te leggen. Als reden daarvoor werd aangegeven dat ze de eigen bijdrage van deze klanten als hun eigen inkomsten mee mogen tellen om aan de regel te voldoen dat ze 25% eigen inkomsten hebben - en dat is natuurlijk desastreus.
  • Het is mij nog niet helemaal duidelijk waar precies de grens ligt tussen particuliere initiatieven en 'professionele ngo's'. Lau gaf ook toe dat het een continuum is. Er zijn ook al veel meer interacties tussen deze twee kanalen dan Lau in z'n onderzoek aangeeft. Bijvoorbeeld:
    • Wat grotere particuliere initiatieven die aanhaken bij ngo's in het kader van de MFS subsidie - en zo dus ook een graantje meepikken van subsidies.
    • Comite's van Woord en Daad die activiteiten uitvoeren en het geld besteden via Woord en Daad.
  • De schijnbare tegenstelling tussen professioneel en gepassioneerd moeten we kwijtraken. Professionele mensen kunnen ook wel degelijk gepassioneerd zijn in ontwikkelingswerk, een (soms religieus) roepingsgevoel hebben, etc. en mensen van particuliere initiatieven zijn ook beslist niet altijd onprofessionele mensen. Sowieso werkt deze tegenstelling naar beide zijden afstotend.

[Update 21-12-07: ik zag dat Lau zijn powerpoint van die avond op internet gezet heeft: hier]

vrijdag, november 16, 2007

Do-it-yourself ontwikkelingswerk onder de loep

De wereld verbeteren is makkelijk. Kan iedereen. Tenslotte 'leuteren de professionele NGO's veel te veel' en 'komt het geld vaak niet goed terecht'.
Vooral sinds de Tsunami is er een enorme opkomst van particuliere initiatieven voor ontwikkelingshulp: een beetje bedrijf, overheidsclub, ziekenhuis, school, kerk, persoon met geld of idealist begint gewoon voor zichzelf. Naar het 'Afrika voor beginners'.

Deze initiatieven zijn 'veel persoonlijker', 'veel efficienter', 'leveren veel meer op', 'doen tenminste direct wat voor de mensen daar'.

Voor het eerst is er nu een studie verschenen die daar onderzoek naar doet, met een focus op Ghana en Malawi. Daarin wordt uitgegaan van het feit dat deze initiatieven 'iets goeds' willen doen in andere landen. Lau Schulpen zet de conclusies voorzichtig neer: 'niet generaliseren', 'nog geen echte uitspraken over effectiviteit / impact', maar toch liegen de conclusies er niet om. Zacht gezegd maakt deze studie het erg aannemelijk dat 'iets goeds doen' best wel een beetje beter kan gebeuren:

  1. Relaties met de mensen: er wordt wel veel met 'partners' gewerkt, maar vaak zijn die relaties heel erg aan 1 persoon gekoppeld en op basis van vriendschap of soms familiebanden. Er is dan niet bekend of die persoon / 'partner' wel capaciteiten heeft om een ontwikkelingsproces te faciliteren - en er is vaak weinig ruimte om elkaar kritisch te bevragen. Er wordt ook vrijwel niets gedaan om de organisatie zelf steviger te maken.
    Er is soms ook weinig koppeling tussen de 'partner' en de rest van de samenleving.
  2. Tegelijkertijd worden de mensen vaak erg paternalistisch benaderd ('ze kunnen het niet'). Dat leidt er weer toe dat mensen zich ook niet erg zullen inzetten voor deze projecten om ze op langere termijn in stand te houden.
  3. Er is vaak nauwelijks inzicht in sw context waarin gewerkt wordt: elk initiatief zet zijn eigen structuren of structuurtjes op vaak zonder aan te haken bij wat er al is.
    Een aantal van de lokale initiatieven opereren formeel gezien zelfs illegaal.
    Ook wordt er niet samengewerkt met andere initiatieven of organisaties en is er eerder een competitieve houding.
  4. Er is vaak helemaal geen keuze voor een doelgroep. Want 'iedereen is toch arm' en 'heel Ghana is onze doelgroep'. In de praktijk blijkt dit ertoe te leiden dat er geselecteerd wordt op 'wie het meest in staat is om in contact te komen', 'wie het meest mondig is', 'wie toevallig al contacten in NL had', etc. En dat zijn bijna nooit de mensen die het het meest nodig hebben.
  5. Er wordt wel geleerd, maar niet systematisch en meestal alleen maar op het niveau van de activiteiten ('hoe doe ik het beter') en niet naar wat de activiteiten teweegbrengen, betekenen in levens van mensen. Gestructureerde evaluaties zijn grote uitzondering en geleerde lessen worden ook niet gedeeld - of van anderen opgepikt. Dus vooral 'learning by doing' en zelf opnieuw het wiel uitvinden.
  6. Vanuit de hoek van particuliere initiatieven komt soms de scherpste kritiek op de professionele NGO's dat die te weinig laten zien wat hun werk nu echt oplevert. Dat is hier echter nog veel minder het geval. Verantwoording en transparantie zijn laag, als het gaat om budgetten soms helemaal afwezig ('geheimzinnig'), en vaak ook nog beperkt tot succesverhalen. Daarbij zijn de claims in nieuwsbrieven vaak erg overmoedig ('gratis en hoge kwaliteit onderwijs voor iedereen').
  7. Er worden zowel 'stenen-en-cement' activiteiten gedaan als meer complexe ontwikkelings-activiteiten (b.v. leningen). Toch wordt er nauwelijks nagedacht over duurzaamheid op langere termijn. En zijn er nu al voorbeelden van projecten die niet verder kunnen omdat het geld gestopt is. Lau noemt de meeste projecten 'doorgaande noodhulp', die als zodanig wel goed doen, maar niet zorgen dat de armoede verminderd wordt.
  8. Het idee dat deze initiatieven heel andere dingen doen dan de NGO's namelijk veel concreter, is onjuist: de professionele NGO's die in Ghana en Malawi werken hebben een grote overlap in sectoren en zijn ook voor een groot deel bezig in de strategie 'directe armoedebestrijding'. Lau laat dit zien voor de grote MFO's, en ik denk dat dit nog meer geldt voor de iets kleinere professionele NGO's.
  9. Het idee dat particuliere initiatieven innovatiever zouden zijn dat traditionele NGO's klopt ook niet. De activiteiten zijn voor het overgrote deel traditioneel en weinig innoverend.

Maandag is er een debat over dit rapport, waar ik me ook voor opgegeven heb. Ik heb nog wel wat extra punten:

  1. Gezien vanuit het perspectief dat deze activiteiten de 'universele broederschap' of de 'shared humanity' (Clinton) versterken - goed zijn voor bewustwording -, zou er nog wel meer te zeggen zijn. In het rapport wordt dit genoemd, maar komt het verder niet aan de orde. Het kan zijn dat mensen hierdoor meer nadenken over internationale vraagstukken en verhoudingen en dat ook doorvertalen in hun eigen bedrijven, koopgedrag en politieke keuzen.
    In elk geval gebeurt ook dit niet automatisch en kunnen teleurstellingen, vertragingen of gewoon cultuur-schok ook leiden tot grotere vooroordelen, simplificaties over wat Afrika is en makkelijke veroordelingen.
  2. De professionele NGO's moeten wel oppassen voor een te sterke houding van 'wij zijn het en wij weten het'. In ieder geval zijn er vanuit sommige bedrijfsinitiatieven wel lessen te leren voor de NGO wereld. Maar andersom ook.
  3. Zelf heb ik het idee dat de leercurve bij bedrijven het steilst is, vooral als de verantwoordelijkheid voor het initiatief hoog ligt - en het niet alleen maar een leuk extraatje voor werknemers is.
  4. Het rapport doet niet veel uitspraken over efficientie. Wel wordt de claim genoemd dat 'elke euro naar het project gaat'. Overhead wordt veelal als vrijwilligerswerk gedaan. De claim dat elke euro aan het project besteed wordt, kan waar zijn. De claim dat er geen overhead is, is altijd onjuist.
    Deze privebijdragen en zelfbetaalde reizen, zijn ook bedragen die besteed zijn aan 'het goede doel'. Om naar overhead en efficientie te kijken, moet je die meerekenen als inkomsten en deze werkelijke kosten afzetten tegen de projectkosten.
  5. Vorig jaar heb ik naar aanleiding van het boek 'The End of Poverty' van Jeffrey Sachs een keer een aantal lessen vanuit OS op een rij gezet die hier ook op van toepassing zijn.

Africa continent van vergeving

Als ik praat over Afrika hoor ik geregeld dat Afrika zo wreed is, dat daar zulke vreselijke dingen gebeuren die elders in ieder geval niet in die mate gebeuren - ook wel erg, maar niet zo erg als mensen in Afrika. De voorbeelden varieren dan van Shaka Zulu tot the Lord's Resistance Army. De meest directe uitspraak: 'deze mensen hebben iets satanisch'. De implicatie: eigen schuld wat er allemaal gebeurt. Klinkt als sociaal Darwinisme dat niet meer in evolutie gelooft.

Nog niet heel lang geleden was het andersom.
In 1941 keerde Haile Selassie terug naar Ethiopie na de irrationele en wrede aanval van Italie op zijn land. Hij preekte vergeving en riep zijn mensen op om af te zien van vergelding. In diezelfde periode was net de Spaanse burgeroorlog voorbij en Franco had bepaald een andere lijn: 200.000 doden (na de burgeroorlog dus) als vergelding. Hitler en de zijnen lieten ook een wat andere houding zien dan Haile Selassie. En de theorieen dat 'de gewone man' in Duitsland en de bezette landen 'er niks aan kon doen' zijn intussen behoorlijk genuanceerd.
Trouwens, de Afrikaanse vergevingsgezindheid is ook van recenter datum: Mandela, en nog recenter de houding van mensen in Uganda t.o.v. gearresteerde rebellen van de LRA.

Daarnaast is het ook nog eens de vraag waar de wreedheden in Afrika vandaan komen. Handen afhakken is begonnen door Leopold naar wie in Belgie nog steeds de mooiste wegen vernoemd worden. Ik weet dat er over Shaka Zulu heel veel geschreven is, maar als iemand een grote vergelijkende en analyserende studie weet over herkomst en voorkomen van wreedheid, houd ik me aanbevolen.

woensdag, november 14, 2007

Presentie en ontwikkelingsresultaten

Eerder schreef ik over de presentiebenadering. Hier, na 9 maanden een korte reflectie op de spanning die ik voel tussen de kritiek van de presentiebenadering aan de ene kant en mijn werk aan de andere kant. Ik ben overigens nog steeds van plan meer reflecties te schrijven n.a.v. het boek en stukjes samen te vatten.

Het lezen van het boek ‘Een theorie van de presentie’ heeft me persoonlijk geraakt. Het daarin beschreven verlangen naar meer presentie herken ik. Het geeft mij existentiële vragen: ‘wie ben ik?’ Alleen jammer dat het boek te duur is. Ik heb het dus nog steeds niet zelf.
Tegelijkertijd ben ik in mijn werk volop bezig met verantwoording, resultaten van interventies en cijfers: monitoringprotocollen met indicatorenop output-outcome-effect en impact niveau; ben ik bezig met het aggregeren van resultaten, meetbaar danwel weetbaar, en staan er voor volgend jaar weer een flink aantal evaluaties gepland. Daarmee voel ik de spanning vanuit de presentiebenadering des te meer.

Ik wil de volgende drie punten noemen die over deze spanning gaan:

  1. In de eerste plaats capituleer ik niet helemaal, want ik ben bang voor het gevaar van interventies met een presentie-sausje, waarbij dan alleen verantwoording afgelegd wordt van het present-zijn. Daarbij kan zo’n manier van verantwoorden een goedkope uitvlucht worden voor het gebrek aan visie op de interventielogica: waarom en waartoe doe je de dingen die je doet. En kan op de automatische piloot jarenlang hetzelfde gedaan blijven worden – onder de dekmantel van presentie. Interventies moeten op hun uitkomsten beoordeeld blijven worden. Ik besef wel heel goed dat Andries een dergelijk misbruik van de presentiebenadering niet voorstaat.
  2. Verantwoording moet niet minder worden maar meer; het moet verbreden. Niet alleen het ‘wat’ (resultaten) en het ‘waarom’ (relevantie), maar ook het ‘hoe’ van ontwikkelingswerk moet een duidelijke plaats krijgen in verantwoording: op welke manier is het werk gedaan en met welke waarden? Was er achting, respect voor mensen, aandacht, nabijheid, werkelijke wederzijdsheid? En daarbij kan de presentiebenadering denk ik veel en goed materiaal aanleveren.Ook het subjectieve, relationele element moet veel meer terugkomen in de verantwoording: het ‘wie’. Wie ben ik en wie is de ander? Er gaan binnen OS meer stemmen op om het subjectieve een grotere plaats te geven in de verantwoording en de mythe van de naakte, objectieve feiten op zijn minst aan te vullen. En ook hier kan de presentiebenadering goed materiaal leveren.
  3. De flexibiliteit en openheid waarvoor de presentiebenadering pleit is ook een sterk punt. Je hebt in OS planners en zoekers (Easterly). Planners geloven hun eigen plannen en de maakbaarheid ervan. Zoekers gaan al tastend, lerend en bijstellend hun weg als door een moeras. De theorie van de presentie geeft een heel fundamentele kritiek op de maakbaarheidsgedachte en die kritiek geldt ook onze sector.
    Planning zonder openheid en flexibiliteit is bijgeloof.

De zieligste mensen van de wereld

Hivos heeft 2 filmmakers naar Afrika laten gaan om op komische manier te laten zien hoe prive hulpprojecten vaak gaan. Ik ben alleen bang dat het niet alleen priveprojecten zijn die mensen op een dergelijke manier verzieligen, als ik kijk naar reclame van sommige 'hulporganisaties' lijkt dat hier veel op. Ook (of juist) vanuit b.v. evangelische kring.

Ik ga ervan uit dat de mensen in de film zelf ook weten dat ze met z'n allen een spel spelen om die gekke Hollanders eens te laten zien wat ze vaak doen.
Zie verder het filmpje hieronder en op http://www.stopdederdewereld.nl/ een langere versie

vrijdag, november 09, 2007

Waarden voor gebouwen

In Christianity Today staat een aardig artikeltje, met (echt Amerikaans) 10 tips voor als kerken ontwikkelingsprojecten willen doen. Verschillende van die tips komen er op neer om een project vooral echt lokaal draagvlak te laten hebben.

"Wil je me helpen met $3.000 om de school open te houden?" "Hoeveel betalen de ouders?" "Niks, ze geloven niet in onderwijs" "O, stop de school dan voorlopig maar, dan heb je eerst werk te doen om te werken aan de waarden van de mensen voordat je geld stopt in de gebouwen".
Da's wel wat anders dan beginnen bij de milleniumdoelen en omwille daarvan mensen 'ontwikkeling' door de strot duwen.

Het aardige van het artikeltje vind ik niet zozeer de inhoud, maar meer dat dit in de context van zendingswerk gezet wordt, waar vaak het denken hierover veel minder plaatsvindt.

donderdag, november 08, 2007

Geen hoop voor de bio-toekomst

Moest vandaag een aardrijkskundeles overhoren bij m'n dochter van 9. Over akkerbouw. M'n eigen roots zogezegd. Moet ze een rijtje leren: "ploegen - zaaien - kunstmest strooien en spuiten - oogsten".
In de tekst geen enkel woord over de mogelijkheid van biologische landbouw. Helemaal niets.

Ik ben geen milieu-fundamentalist en ook niet principieel tegen spuiten en kunstmest. Maar over 20 jaar zal de generatie 30-ers van dan waarschijnlijk nog steeds naar biologische landbouw (en waarschijnlijk ook naar andere vormen van streven naar duurzaamheid) kijken als vreemde, alternatieve, geitenwollensokkenactiviteiten.

Zo is er weinig hoop voor de Kyoto akkoorden en wat dies meer zij van de toekomst.

woensdag, november 07, 2007

Evaluatie van zending

In 1932 verscheen de 'Laymen's inquiry' van Hocking, later uitgegeven onder de titel 'rethinking missions'. Het boek (of eigenlijk serie boeken) verdeelde de liberale en de evangelicale richting van zendingswerk behoorlijk.
Eigenlijk kun je het werk beschouwen als een grote evaluatie van zendingswerk wereldwijd.
Het is duidelijk dat achter het werk een liberale drive lag. Rockefeller die het sponsorde en Hocking die de hoofduitvoerder waren, hadden duidelijk een bias - de keuze van consultants bij evaluaties is erg belangrijk.
Een paar hoofdconclusies waren dat de sociale tak van zending bijzonder slecht werd gedaan - en dat de meeste zendingswerkers op dat vlak weinig benul hadden van wat ze aan het doen waren. Wel bijvoorbeeld sociale hervormingen bepleitten, maar die niet voldoende in de context konden plaatsen. En dat velen zelfs op microniveau geen verstand hadden van het sociale ontwikkelingswerk wat ze deden.
Ongetwijfeld was er een bias en vooringenomenheid in dit werk. De paragraaf hierboven doet historisch gezien ook beslist geen werk aan zendingswerk in het algemeen.
Toch staat er in de diverse delen van dit rapport heel wat materiaal die de conclusie onderbouwde.

Met de conclusies is weinig echt gedaan, behalve dat het de kloof tussen liberaal en evangelicaal groter maakte. En ook dat gebeurt nogal eens bij evaluaties: door vooringenomenheid van beide kanten wordt met de echte leerpunten niets gedaan.
De verwerping van de conclusies door de evangelicale tak had er ook mee te maken dat het rapport de aanbeveling gaf om het aantal zendingswerkers in te krimpen en te focusen op kwaliteit in plaats van kwantiteit - en snijden in eigen vlees vindt niemand leuk. Institutionele belangen in moderne taal.

Tegenwoordig is er wel meer een besef dat ontwikkelingswerk een beroep is en meer vraagt dan alleen een warme drive. In die zin is er misschien toch ook in evangelicale kringen wel wat gedaan met het Hocking rapport. Alleen pas 70 jaar na dato.

zaterdag, november 03, 2007

Hernieuwde aandacht voor slavernij

Eerder schreef ik over slavernij.
Het is plotseling bijna een hot topic:

  • Nathan Nunn heeft een uitgebreid artikel gepubliceerd waarin hij zo gedetailleerd mogelijk uitzoekt waar alle slaven destijds vandaan kwamen (per eeuw van de tijd van de slavenhandel), hoe de economische toestand in die gebieden steeds was, hoe de economie van die gebieden na de slavenhandel (dus van zeg 1900 tot nu) gegaan is, en hoe de ethnische verhoudingen in die gebieden ontwikkeld zijn. Hij vindt het volgende:
    - de gebieden waar de meeste slaven vandaan kwamen, hadden de meest ontwikkelde economieen.
    - hoe meer slaven uit een gebied, hoe groter de ethnische diversiteit nu nog is.
    - gebieden waarvandaan meer slaven geexporteerd zijn, hebben een duidelijk lagere economische groei doorgemaakt van 1950 - nu dan gebieden waarvandaan minder slaven geexporteerd zijn.
    Hoe de oorzakelijke verbanden precies zijn, is hiermee nog ingewikkeld. De hoofdlijn van het artikel is: meer slaven gehaald --> meer ethnische groepen en verminderde vorming van grotere politieke eenheden --> minder goed bestuur / politiek --> minder economische ontwikkeling.
  • Een recent nummer van Mission Frontiers was helemaal aan slavernij gewijd, met een kritische reflectie waarom Amerika het zo moeilijk heeft gevonden de slavernij kwijt te raken; met artikelen over Wilberforce, maar ook met aandacht voor hedendaagse slavernij. Ook met een uitgebreide pagina met resources over slavernij.
  • Een recent nummer van Developments (het blad van de engelse overheidsorganisatie DfID) was ook helemaal aan slavernij gewijd. Meer over huidige slavernij: zeker 12 miljoen mensen, vooral onvrijwillige prostitutie.
  • En dan had je natuurlijk een poosje terug Tony van der Keuken die zichzelf wilde laten veroordelen door een Nederlandse rechtbank voor heling. Omdat'ie chocola gekocht had in een Nederlandse supermarkt - en daardoor volgens hemzelf schuldig was aan de slavernij die op cacaoplantages voorkomt. (wat mij betreft was hij een heel stuk te simplistisch en zijn niet alle kinderen die bij hun ouders meewerken gelijk slaven of uitbuiting of verkeerde kinderarbeid. Zelf heb ik ook gewerkt voor dat ik 12 was en daar ben ik niet slechter van geworden. Neemt niet weg dat er genoeg misstanden zijn om serieus wat aan te doen.)

Vrije markt of regulering

Je hebt aan de ene kant het vrije markt fundamentalisme (laat de markt zijn werk doen, dan komt alles vanzelf goed: iedereen is op zijn eigen goed uit, maar daardoor wordt toch het algemeen belang gediend en dat komt door economische wetten) en aan de andere kant de visie dat toch bepaalde regulering nodig is omdat de marktwerking niet automatisch misstanden uit de weg zal ruimen en niet automatisch de armsten zal bereiken.

Na het failliet van het communisme, is de balans zo'n 15 jaar lang sterk doorgeslagen richting vrije markt fundamentalisme (kapitalisme in zuiverste vorm). Nu lijkt de balans meer richting de tweede optie te keren. En dat werd tijd.
Johan Graafland's boek 'Het oog van de naald' is een goed voorbeeld hiervan. In de laatste CV-koers verwijst Roel Jongeneel naar een van de recente nobelprijswinnaars economie: Leonid Hurwicz, die ethische regels ontworpen heeft om vrije marktwerking toch wat te reguleren.

Harvard econoom Dani Rodrik geeft op zijn weblog ook een aardig voorbeeld:
Economische wetten voorkomen niet dat er b.v. loodhoudende verf in kinderspeelgoed kan zitten (zoals recent vanuit China). En deze wetten voorkomen ook niet dat er kinderarbeid onder slechte omstandigheden en met uitbuiting bij de productie ingezet wordt. Integendeel: economische wetten opzichzelf stimuleren dit alleen maar.
Nu zou je verwachten, dat als dit ontdekt wordt, dat er dan regulerende maatregelen worden genomen. Bij de loodhoudende verf gebeurt dit ook onmiddellijk - "moet gelijk stoppen". Bij de uitbuiting en kinderarbeid niet - "kun je toch niks aan doen, toch..." Vanwaar deze dubbele standaarden?