zondag, mei 28, 2006

Bonhoeffer - het wezen van de kerk

Vandaag het kleine boekje 'het wezen van de kerk' van Bonhoeffer gelezen. Ik weet niet wat het is dat bijna iedere zin van Bonhoeffer me boeit en meeneemt. Dit boekje zijn college's over 'de leer van de kerk', samengesteld op basis van aantekeningen van een paar studenten.

Zomaar een paar punten die er voor mij uitspringen:

  • Het boekje begint en eindigt met de plaats van de kerk in de wereld. Vanuit de incarnatie, de menselijkheid van Christus, is de volledige profaniteit de passende ruimte voor de kerk. Een eigen, afgeschermde, sacrale ruimte is haar niet toegestaan.
    "Echte wereldlijkheid bestaat daarin, dat de kerk van alle privileges, van alle bezit afstand kan doen, alleen niet van het woord van Christus en de vergeving der zonden. Met Christus ... in de rug wordt zij vrij om al het andere prijs te geven".
    [ik moest even denken om de kerkelijke perikelen die momenteel spelen]
  • De belijdenis is noodzakelijk, maar mag nooit als wapen naar de medemens gebruikt worden; "zij functioneert tussen God en de gemeente". "De eerste belijdenis naar de medemens is de daad. Die interpreteert zichzelf. Als de daad misschien een macht geworden is, dan zal de wereld ook naar het belijden met het woord verlangen".
  • Ik weet nu ook waar Prof Versteeg, in zijn prachtige boekje 'Oog voor elkaar' (studie over het woord elkaar in het NT) het onderscheid tussen er-met-elkaar-zijn en er-voor-elkaar-zijn vandaan heeft. Van Bonhoeffer dus.

Geen opmerkingen: