zaterdag, augustus 05, 2006

Lekker lezen

Eindelijk weer eens wat aan het lezen wat niet met m'n studie en ook niet met m'n werk te maken heeft. Heerlijk weer dat zomaar lezen zonder dat het moet.
Max Havelaar van Multatuli weer gelezen, die had ik in de 4e of de 5e voor m'n literatuurlijst wel gelezen, maar voor een groot deel vergeten. Fantastisch boek. Ik lees het na Nigeria wel met andere ogen: veel van de corruptie; de afpersing; de rol van status; de netten van onrecht waarbij het nooit zo simpel is wie er fout zijn; de ogensluiterij van de Nederlandse overheid en zelfs het aanmoedigen van oppervlakkige positieve berichten, zijn allemaal dingen die veel bekends in zich hebben. Het Droogstoppel verhaal ertussendoor is misschien wel het meest kenmerkende voor de NLse samenleving toen. En nu.

Ander boekje wat ik 'zomaar' gelezen heb, is het boekje The Night Cometh van Rebecca Winter, met als ondertitel 'two wealthy evangelicals face the nation'. Schitterend boekje wat ik graag in het NL zou vertalen (later...). Gaat over Arthur en Lewis Tappan, eind 18e eeuw (net na de Amerikaanse revolutie, tussen de 2 Great Awakenings in, toen maar 4-7% van de Amerikanen zich christelijk noemde) en eerste helft 19e eeuw, waar zij onder invloed van de tweede Awakaning van christelijke liberalen, evangelicaal werden. Dit waren twee broers die miljonairs geworden waren door zakendoen. Ze waren actief in allerlei stichtingen en 'clubjes', waar het in die tijd van wemelde. Maar naast liefdadigheid, waren ze vooral gericht op hervormingen in hun samenleving waarvan ze (als gevolg van hun bekering) geloofden dat die nodig waren.

  • allereerst in hun eigen business: vanwege de woeker in die tijd met kredieten, stopten ze met lange termijn kredieten en zetten later een kredietregistratiebureau op om misstanden te bestrijden; ze behandelden apprentices streng maar goed, gaven aandacht aan hun geestelijke vorming, stimuleerden ze hun eigen zaak te beginnen en bepleitten bij andere ondernemers om ook zo met apprentices om te gaan;

  • hun eigen levensstijl: ze hadden zich voorgenomen nooit veel geld op te hopen voor zichzelf ('a cracker and a tumbler of cold water sufficed...').
    Ze stimuleerden b.v. ook kerken om op zondag geen gaslicht te gebruiken zodat gaswerkers op zondag niet hoefden te werken.

  • ze richtten een christelijke krant op ('New York Evangelist') om hun hervormingsideeën breder bekend te maken, en later de New York Journal of Commerce. In deze kranten kwam niets wat de Tappans zondig vonden, ook al kostte ze dat veel advertentie-inkomsten.

  • in seminaries en universiteiten stimuleerden ze het systeem waarbij studenten met hun eigen arbeid een deel van de kosten moesten opbrengen (b.v. d.m.v. school landerijen). Zelf zetten ze meerdere scholen op.

  • ze leidden een actieve campagne tegen alcoholmisbruik

  • hun grootste activisme was echter op het gebied van afschaffing van slavernij: eerst waren ze er voorstander van om vrijgekomen slaven terug te sturen naar de kolonie Liberia (Sierra Leone was de britse counterpart). Later beseften ze dat racisme op eigen bodem moet worden aangepakt. Arthus vocht ervoor om zwart en blank in de kerk door elkaar te laten zitten. Toen dat niet lukte, ging hij de helft van de keren zelf naar een zwarte kerk en later ging hij in het zwarte gedeelte van de kerk zitten. Ze richtten een krant op ('the emancipator', later ook: 'humna rights', anti-slavery record' en 'the slave's friend') en startten de American Anti-Slavery Society en begonnen een reusachtige postcampagne om mensen (met name in het Zuiden) ervan te overtuigen dat afschaffing van de slavernij echt nodig was. Het resultaat: oproer, optochten tegen de Tappans, inbraak bij postkantoren om de anti-slavery materiaal te vernietigen, boycot van alle bedrijven van de Tappans door de zuidelijke staten en later algehele boycot van New York businesses, waardoor ook veel druk op Arthur en Lewis gezet werd door collega ondernemers uit hun eigen omgeving; verschillende prijzen op Arthur's hoofd: $30.000 en $100.000 (meer dan $3.000.000 met inflatiecorrectie); vernielde huizen van de Tappans en verschillende keren letterlijk vluchten voor hun leven.
    Dit is activisme met echt persoonlijke inzet.
    Later was er in de AASS onenigheid tussen meer en minder gematigde kanten. Iemand als Finney (persoonlijke vriend van de Tappans) was erg gematigd en vond dat bekering voorop moest gaan en dat het andere later zou volgen, [lijkt op gereformeerde gezindte??] en kreeg daar grote onenigheid over met de Tappans, aan de andere kant was er een nog actievere kant, die zelfs geweld niet schuwden, waarvan de Tappans zich ook afkeerden.
    (vervolg van de geschiedenis: burgeroorlog en afschaffing van de slavernij in de hele USA).

Geen opmerkingen: