vrijdag, augustus 18, 2006

Herziene Statenvertaling

In het ND stond een stukje over de HSV (ook in RD).
Een particuliere synode van de Gereformeerde Gemeenten wil dat de synode van de Gereformeerde Gemeenten de HSV gaat afwijzen. Dat zij zo. Ongetwijfeld zal dat niet gebeuren omdat op zo'n synode ook veel verstandige mensen zijn.

Het meest vreemde is echter, dat de hoofdreden voor dit verzoek het argument is dat 'het uitgeven van een bijbelvertaling de taak van een kerk is en niet van een particuliere organisatie'.
Dat zou betekenen dat er ruim 20 parallele bijbelvertalingen zouden moeten komen: voor elk kerkverband 1 (want kerk staat immers gelijk aan kerkverband...).

Ben erg benieuwd hoe mensen met een dergelijke mening aankijken tegen het werk van bijvoorbeeld Wycliffe en tegen Bijbelvertaalwerk wat door diverse zendingsorganisaties gedaan wordt, vaak onder de vlag van een "particuliere organisatie" in het land waar gewerkt wordt.

Misschien is dit een van de dingen waarbij meningen van mensen veranderen zodra ze in het buitenland zijn (of: zodra de behoudende achterban de details toch niet weet, of: zodra ze werken met "achtergebleven" mensen voor wie de echte meningen toch nog te hoog gegrepen zijn).
Tja, misschien is dat wel echte contextualizatie.

woensdag, augustus 16, 2006

Over Afrika schrijven

Hoe moet je over Afrika schrijven?

door
Binyavanga Wainana, in Granta, ook in Developments (van DfID)

Gebruik altijd het woord 'Afrika' of 'duisternis' of 'safari' in je titel. In subtitels kun je woorden gebruiken zoals 'zanzibar', 'masai', 'zulu', 'zambezi', 'congo', 'Nijl', 'groot', 'hemel', 'schaduw', 'drum', 'zon', of 'verleden'. Wat ook handige woorden zijn: 'guerillas', 'tijdloos', 'primordiaal' and 'stammen'. Let er goed op dat 'mensen' altijd op niet-zwarten slaat en dat 'de mensen' altijd op zwarte Afrikanen betrekking heeft.
Gebruik nooit een plaatje van een aan de Westerse beschaving aangepaste Afrikaan op de kaft van je boek, of in je boek, behalve als die persoon de Nobelprijs gewonnen heeft. Een AK-47, uitstekende ribben, naakte borsten - die moet je gebruiken. Als je een Afrikaan op je plaatjes moet hebben, zorg er dan voor dat die in Masai, Zulu of Dogon kleding gekleed gaat.


In je tekst moet je Afrika beschrijven alsof het 1 land is. Het is heet en stoffig, met uitgestrekte graslanden en grote kudden dieren met lange dunne mensen die van de honger omkomen. Of, dat kan ook: het is heet en vochtig met hele korte mensen die mensapen eten. Vermoei je niet al te veel met gedetailleerde beschrijvingen. Afrika is groot, 54 landen met 900 miljoen mensen die veel te druk zijn met verhongeren, doodgaan, vechten en vluchten, dan om jouw boek te lezen. Het continent is vol woestijnen, oerwouden, steppen, savannes en veel andere dingen, maar daar geeft je lezer toch allemaal niet om; hou daarom je beschrijvingen romantisch, levensecht en zonder details.

Zorg ervoor dat je laat zien hoe Afrikanen muziek en ritme diep in hun ziel hebben en dat ze dingen eten die geen enkel ander mens zou eten. Zorg ervoor dat je het niet hebt over rijst, koeienvlees en tarwe; apenhersenen zijn de grootste lekkernij van alle Afrikanen, samen met geit, slangen, wormen en kevers en allerlei wild gedierte. Zorg er ook voor dat je laat zien dat jij al die dingen ook kunt eten zonder te rillen, en beschrijf hoe je dat geleerd hebt - omdat je van
ze houdt...

Onderwerpen die absoluut taboe zijn: gewone huiselijke scenes, liefde tussen Afrikanen (behalve als er een dode is), verwijzingen naar Afrikaanse intellectuelen of auteurs en het noemen van schoolgaande kinderen die niet lijden aan Ebola of aan de gevolgen van vrouwenbesnijdenis.

Door het hele boek moet je een sombere toon aanslaan, alsof je een onderonsje hebt met de lezer: met een droevige 'ik-heb-het-allemaal-voorspeld' toon. Maak wel vanaf het begin absoluut duidelijk dat je liberale overtuigingen smetteloos zijn. Wat je ook aan het begin al moet noemen, is hoeveel je van Afrika houdt, hoe je er verliefd op werd en hoe je zonder haar niet zou kunnen leven. Afrika is het enige content wat je lief kunt hebben - doe daar je voordeel mee. Als je een man bent, verlustig je dan in haar warme, maagdelijke bossen. Als je een vrouw bent, behandel Afrika dan als een man met een woeste jas die in de zonsondergang verdwijnt. Met Afrika moet je medelijden hebben, je moet het aanbidden of je moet het overheersen, maar ongeacht welke insteek je kiest, zorg dat je de sterke indruk achterlaat dat Afrika zonder jouw ingrijpen en zonder jouw belangrijke boek, absoluut ten dode is opgeschreven.

Je Afrikaanse personages kunnen naakte strijders, loyale dienstknechten, toverdokters en zieners en oude wijze mannen die als hermieten leven, omvatten. Of corrupte politici, onbekwame polygame reisgidsen en prostituees waarmee je naar bed bent geweest. De Loyale Knecht in je boek gedraagt zich altijd als een 7 jaar oude jongen, maar heeft een stevige hand nodig; hij is bang voor slangen, aardig voor kinderen en heeft jou altijd nodig bij ingewikkelde familiekwesties. De Oude Wijze man in je boek komt altijd van een edele stam (niet de grijpgrage stammen zoals de Kikuyus, Igbo's of Shona). Hij heeft rheumatische ogen en leeft dicht bij de Aarde. De Moderne Afrikaan in je boek is een dikke man die steelt en werkt bij de visumdienst, waar hij weigert om verblijfsvergunningen te geven aan geschikte Westerlingen die echt om Afrika geven. Hij is de vijand van echte vooruitgang en gebruikt zijn overheidsbaan altijd om het moeilijk te maken voor praktische en goedwillende expatriates die organisaties of natuurreservaten op willen zetten. Of hij is een in Oxford opgeleide intellectueel die nu seriemoordenaar en politicus met een net pak aan is geworden. Hij is een kannibaal die van Crystal champagne houdt en zijn moeder is een rijke toverpriesteres die achter de schermen het land regeert.
Bij je personages moet altijd de Hongerige Afrikaan zijn, die bijna naakt het vluchtelingenkamp rondzwerft en wacht op de goedheid van het Westen. Haar kinderen moeten vliegen ophun oogleden hebben en opgezette buikjes; haar borsten zijn plat en leeg. Ze moet absoluut hulpeloos kijken. Ze kan geen verleden, geen geschiedenis hebben - dat soort uitweidingen verknoeien het dramatische moment alleen maar. Kreunen is goed. Ze moet in de dialogen nooit iets over zichzelf zeggen, behalve dan over haar (onuitsprekelijke) lijden.
Zorg er ook voor dat er een warme moederfiguur bij zit met een rollende lach en die erg bezorgd is voor jouw welzijn. Noem haar gewoon Mama. Haar kinderen zijn allemaal boeven en slechterikjes en lopen rond de held van je verhaal, waardoor die des te beter uitkomt. De held van je verhaal kan ze lesgeven, in bad doen en ze eten geven. Hij draagt altijd veel babies en heeft de Dood gezien. Die held ben je natuurlijk zelf (als je een reportage schrijft), of als je fictie schrijft, is het een prachtige, bedroefde internationale beroemdheid of aristocraat die nu voor dierenrechten opkomt.

Slechte westerse personages kunnen kinderen zijn van Tory ministers, Afrikaners of werknemers van de Wereldbank. Als je het over uitbuiting hebt, moet je Chinese en Indiase handelaren noemen. Geef het westen volledig de schuld voor al het slechte in Afrika, maar wees niet al te concreet. Grove pennestreken zijn het beste.
Vermijd het om Afrikaanse personages te laten lachen of om ze hun best te laten doen om hun kinderen onderwijs te laten krijgen, of om ze gewoon te laten leven en werken. Laat ze iets vertellen over Europa of Amerika in Afrika. Afrikaanse personages moeten kleurrijk, exotisch en groter dan het leven zijn, maar leeg van binnen, zonder dialoog, geen conflicten met oplossingen in hun verhalen en geen diepere inhouden die je verhaal ingewikkelder maken.
Beschrijf in detail de naakte borsten (b.v. jong, oud, conservatief, zojuist verkracht, groot, klein) of de verminkte of vergrote genitalien, of wat voor genitalien dan ook. En dode lichamen. Beter nog: naakte, dode lichamen. En zeker rottende, naakte, dode lichamen.
Onthoud dat als je boek gaat over vieze, ellendige mensen, dat het dan om 'het echte Afrika' gaat en dat is wat je op de achterkaft van je boek wilt hebben staan. Voel je daar niet vervelend om: je helpt ze zo immers om meer hulp vanuit het Westen te krijgen? Het grootste taboe als je over Afrika schrijft, is om dode of lijdende blanken te beschrijven.

De dieren daarentegen, moet je behandelen als mooie ronde, complexe karakters. Ze kunnen praten (of grommen terwijl ze trots hun manen schudden) en hebben namen, ambities en verlangens. Ze hebben ook gezinsnormen: zie je hoe de leeuwen hun jongen onderwijzen? Olifanten zijn erg zorgzaam en zijn goede feministen en waardige patriarchen. Gorilla's net zo. Zeg nooit iets negatiefs over olifanten of gorilla's. Olifanten mogen menselijke bezittingen vernielen, gewassen vertrappen en zelfs mensen doden. Kies altijd de kant van de olifant. Grote katten hebben het accent van de openbare school. Hyena's zijn goed wild en hebben een vaag Oosters accent. Korte Afrikanen kunnen beschreven worden als goede mensjes, behalve als ze ruzie hebben met een olifant of chimpansee of gorilla, want in dat geval zijn ze het kwaad zelve.

Na beroemdheden-die-activist-geworden-zijn en hulpverleners, zijn natuurbeschermers de belangrijkste mensen in Afrika. Beledig ze in geen geval. Je hebt ze nodig om je uit te nodigen naar hun 25.000 ha ranch of 'natuurreservaat', en dat is ook de enige manier om de beroemdheid-activist te interviewen.
Voor je verkoop werkt een heldhaftig uitziende natuurbeschermer op de voorkant fantastisch: Iemand die er blank, verweerd en met khaki kleren uitziet en die ooit een antilope als huisdier had of een buitenverblijf heeft, is een natuurbeschermer: iemand die Afrika's rijke erfenis bewaart. Als je hem interviewt, vraag dan niet hoeveel fondsen hij heeft; en vraag niet hoeveel geld hij verdient aan het wild op z'n gebied. En vraag al helemaal niet hoeveel hij zijn bedienden betaalt.

Je lezers zullen het jammer vinden als je het licht in Afrika niet noemt, en de zonsondergangen zijn een must. Die zijn altijd groot en rood. Er is altijd een geweldige gewelfde hemel. Wijde vlakten en wild zijn ook verplicht: Afrika is het Land van de Wijde Vlakten. Als je het over de lijdende flora en fauna hebt, moet je altijd melden dat Afrika overbevolkt is. Als je hoofdpersoon in een woestijn of oerwoud woont met 'inboorlingen' (korte mensjes), dan kun je wel zeggen dat Afrika bijna ontvolkt is door Aids en Oorlog (hoofdletters gebruiken). Je hebt ook nog een nachtclub nodig die Tropicana heet, waar handelaren, slechte nouveau riche Afrikanen, prostituees, guerilla's en expatriates rondhangen.
Eindig je boek altijd met Nelson Mandela die iets zegt over regenbogen of renaissances - omdat je van ze houdt.

zaterdag, augustus 12, 2006

Beste Multatuli


Beste Multatuli,

Ik neem aan dat je graag zou willen weten wat er met je boek gebeurd is nadat je het geschreven hebt. Je weet neem ik aan dat je erg bekend geworden bent: de daden van Slijmering en al dergelijke ambtenaren, zelfs de gouverneurs-generaal zijn vergeten, hun namen volledig onbekend bij iedereen onder de 75 jaar, maar jouw naam kent bijna elke middelbare scholier.

Je weet natuurlijk ook hoe het verder met Indonesie is gegaan en de relatie met Nederland; nog steeds een beetje dubbel... en dat zal jou niet verbazen.

Weet je hoe het met Droogstoppel, de handelaar in koffij is gegaan? Hij en een heleboel anderen zijn gaan beseffen dat er toch wel een hoop problemen in de wereld zijn. En als goed burger wilde hij daar wat aan doen (en ook wilde hij ervoor zorgen dat de Javanen en anderen een nieuwe afzetmarkt zouden gaan vormen voor zijn vele produkten; hij moest tenslotte ook om het brood voor zijn familie denken).
Dus richtte hij instituten op: de Wereldbank, het IMF en nog een hele hoop hulporganen: die gingen leningen of giften geven aan Indonesie en andere landen, met als kleine tegenprestatie dat een deel van het geld in rijke landen zou worden besteed, maar vooral ook dat ontvangende landen hun grenzen zouden openen voor alle produkten vanuit de rijke landen. Dat zou er tegelijkertijd voor zorgen dat er in deze landen geen echte industrie zou ontwikkelen, want de voorsprong was nou eenmaal te groot (Droogstoppel vond en vindt dat trouwens heel gewoon en vindt ook dat dat zo moet blijven; hij kan toch ook niet de belangen van zijn gezin verwaarlozen als goed huisvader).
Toen er al te veel kritiek kwam op het feit dat er wel veel importbarrieres bij rijke landen zijn, bedacht Droogstoppel de EPA's, de Economic Partnership Agreements, waarbij de Javanen en anderen ook producten vrij mochten exporteren. Droogstoppel hoopte en dacht (vanwege het grote verschil in aangeboren intelligentie waarvan Droogstoppel nog steeds overtuigd is) dat de Javanen niet door zouden hebben dat dit de situatie in het geheel niet zou veranderen.
Droogstoppel is erg tevreden dat er op deze manier nog steeds een grote netto stroom geld van de Javanen c.s. naar hem c.s. stroomt. Zo is de wereld immers bedoeld en streven naar gelijkheid is toch niet mogelijk en zelfs niet goed. Dat zouden lieden zoals de jonge Stern willen, maar hij, Droogstoppel moet toch zeker ook aan zijn gezin en aan zijn zaak (aan de Lauriersgracht 37) denken?

Had je trouwens al gehoord hoe het dominee Wawelaar verder gegaan is? Hij las natuurlijk ook jouw boek en was er niet blij mee. Het riekte volgens hem naar socialisme of zelfs communisme en daar wilde hij zich verre van houden. De heiden was bedoeld om te werken voor de rechtvaardige, zo bleef hij volhouden. Toen de publieke opinie zich al te veel tegen hem keerde, ging hij van de weeromstuit beweren dat het zijn invloed was dat de omstandigheden voor de Javaan verbeterd waren, dat de slavernij afgeschaft was enzovoort, terwijl dat allemaal door een heel andere soort christenen gebeurd is.
Nog weer later, toen veel andere christenen al actief geworden waren in ontwikkelingswerk en activiteiten voor een rechtvaardigere samenleving, heeftWawelaar hulporganisaties opgericht. Het lijkt erop dat hij de bijbelse notie vanbarmhartigheid toch wel tot zijn recht wil laten komen. Hij wilnog niet zoveel horen over het onrecht in het grotere systeemwaardoor de Javanen en anderen arm gehouden worden, zoals jij dataan de kaak hebtgesteld. Hij blijft beweren dat God het zo wil en dat alle activisme verkeerd is. Tja, 't blijft een vreemde man, maar gelukkig zijn er ook heel wat andere christenen, die zich wel inzetten voor gerechtigheid in deze wereld.

En om eerlijk te zijn: de Wawelaars worden schaarser. Je boek heeft wel degelijk impact gehad.

Ik heb nog 1 vraag: kun je niet nog zo'n soort boek schrijven?

zaterdag, augustus 05, 2006

Lekker lezen

Eindelijk weer eens wat aan het lezen wat niet met m'n studie en ook niet met m'n werk te maken heeft. Heerlijk weer dat zomaar lezen zonder dat het moet.
Max Havelaar van Multatuli weer gelezen, die had ik in de 4e of de 5e voor m'n literatuurlijst wel gelezen, maar voor een groot deel vergeten. Fantastisch boek. Ik lees het na Nigeria wel met andere ogen: veel van de corruptie; de afpersing; de rol van status; de netten van onrecht waarbij het nooit zo simpel is wie er fout zijn; de ogensluiterij van de Nederlandse overheid en zelfs het aanmoedigen van oppervlakkige positieve berichten, zijn allemaal dingen die veel bekends in zich hebben. Het Droogstoppel verhaal ertussendoor is misschien wel het meest kenmerkende voor de NLse samenleving toen. En nu.

Ander boekje wat ik 'zomaar' gelezen heb, is het boekje The Night Cometh van Rebecca Winter, met als ondertitel 'two wealthy evangelicals face the nation'. Schitterend boekje wat ik graag in het NL zou vertalen (later...). Gaat over Arthur en Lewis Tappan, eind 18e eeuw (net na de Amerikaanse revolutie, tussen de 2 Great Awakenings in, toen maar 4-7% van de Amerikanen zich christelijk noemde) en eerste helft 19e eeuw, waar zij onder invloed van de tweede Awakaning van christelijke liberalen, evangelicaal werden. Dit waren twee broers die miljonairs geworden waren door zakendoen. Ze waren actief in allerlei stichtingen en 'clubjes', waar het in die tijd van wemelde. Maar naast liefdadigheid, waren ze vooral gericht op hervormingen in hun samenleving waarvan ze (als gevolg van hun bekering) geloofden dat die nodig waren.

  • allereerst in hun eigen business: vanwege de woeker in die tijd met kredieten, stopten ze met lange termijn kredieten en zetten later een kredietregistratiebureau op om misstanden te bestrijden; ze behandelden apprentices streng maar goed, gaven aandacht aan hun geestelijke vorming, stimuleerden ze hun eigen zaak te beginnen en bepleitten bij andere ondernemers om ook zo met apprentices om te gaan;

  • hun eigen levensstijl: ze hadden zich voorgenomen nooit veel geld op te hopen voor zichzelf ('a cracker and a tumbler of cold water sufficed...').
    Ze stimuleerden b.v. ook kerken om op zondag geen gaslicht te gebruiken zodat gaswerkers op zondag niet hoefden te werken.

  • ze richtten een christelijke krant op ('New York Evangelist') om hun hervormingsideeën breder bekend te maken, en later de New York Journal of Commerce. In deze kranten kwam niets wat de Tappans zondig vonden, ook al kostte ze dat veel advertentie-inkomsten.

  • in seminaries en universiteiten stimuleerden ze het systeem waarbij studenten met hun eigen arbeid een deel van de kosten moesten opbrengen (b.v. d.m.v. school landerijen). Zelf zetten ze meerdere scholen op.

  • ze leidden een actieve campagne tegen alcoholmisbruik

  • hun grootste activisme was echter op het gebied van afschaffing van slavernij: eerst waren ze er voorstander van om vrijgekomen slaven terug te sturen naar de kolonie Liberia (Sierra Leone was de britse counterpart). Later beseften ze dat racisme op eigen bodem moet worden aangepakt. Arthus vocht ervoor om zwart en blank in de kerk door elkaar te laten zitten. Toen dat niet lukte, ging hij de helft van de keren zelf naar een zwarte kerk en later ging hij in het zwarte gedeelte van de kerk zitten. Ze richtten een krant op ('the emancipator', later ook: 'humna rights', anti-slavery record' en 'the slave's friend') en startten de American Anti-Slavery Society en begonnen een reusachtige postcampagne om mensen (met name in het Zuiden) ervan te overtuigen dat afschaffing van de slavernij echt nodig was. Het resultaat: oproer, optochten tegen de Tappans, inbraak bij postkantoren om de anti-slavery materiaal te vernietigen, boycot van alle bedrijven van de Tappans door de zuidelijke staten en later algehele boycot van New York businesses, waardoor ook veel druk op Arthur en Lewis gezet werd door collega ondernemers uit hun eigen omgeving; verschillende prijzen op Arthur's hoofd: $30.000 en $100.000 (meer dan $3.000.000 met inflatiecorrectie); vernielde huizen van de Tappans en verschillende keren letterlijk vluchten voor hun leven.
    Dit is activisme met echt persoonlijke inzet.
    Later was er in de AASS onenigheid tussen meer en minder gematigde kanten. Iemand als Finney (persoonlijke vriend van de Tappans) was erg gematigd en vond dat bekering voorop moest gaan en dat het andere later zou volgen, [lijkt op gereformeerde gezindte??] en kreeg daar grote onenigheid over met de Tappans, aan de andere kant was er een nog actievere kant, die zelfs geweld niet schuwden, waarvan de Tappans zich ook afkeerden.
    (vervolg van de geschiedenis: burgeroorlog en afschaffing van de slavernij in de hele USA).

Documenten online

Ik heb van de week een heel aantal documenten online gezet: scripties en papertjes voor m'n CGO-E studie (HBO opleiding theologie) en term papers voor m'n huidige studie: MA in International Development.
Daarnaast een aantal lesmaterialen, Bijbelstudies en artikelen die ik voor m'n werk in Nigeria heb opgesteld. Die zijn dus eigenlijk van de Nigeria Reformed Church.

Een en ander staat hier.

dinsdag, augustus 01, 2006

Zwart en gereformeerd?

Erg goed artikel in het ND over waarom er in Amerika zo weinig zwarte reformatorische christenen zijn. Gaat eerst in op de historische wortels: gereformeerden hebben het langst de slavernij verdedigd, waren slechter dan andere christenen in behandeling van slaven (wilden ze bv niet laten dopen omdat ze ze dan beter moesten behandelen, zie ook hier) en zijn na afschaffing van de slavernij het langst doorgegaan met vormen van apartheid in hun kerken. Als zwarten al gereformeerd werden, moesten ze zich in een wel erg uniform jasje steken.

In het artikel uit Reformed Perspective (waar het ND artikel zich op baseert) pleiten mensen van de organisatie Reformed Blacks of America ervoor om meer ruimte te geven voor culturele diversiteit binnen de eenheid van de gereformeerde leer. Volgens hen hoef je uit de psalmen niet alleen de emotie 'rustige meditatie' te halen, maar een veel grotere variatie. Er mag dus ruimte zijn voor een liturgie met 'haar vrije inslag, met eigen negro-spirituals, eigen gezangen, luid geklap, blijmoedig zingen, vele muziekinstrumenten, koren en dergelijke' en voor 'amen' etc. tussen de preken door.
Doet me denken aan ICF, Rotterdam, waar voorin de kerk een slinger hangt met daaraan letters die vormen: 'celebrating diversity'.
Volgens mij vindt je o.a. in Openb. 21, laatste stukje, m.n. vers 24-26 hier aanwijzingen voor.