woensdag, augustus 16, 2006

Over Afrika schrijven

Hoe moet je over Afrika schrijven?

door
Binyavanga Wainana, in Granta, ook in Developments (van DfID)

Gebruik altijd het woord 'Afrika' of 'duisternis' of 'safari' in je titel. In subtitels kun je woorden gebruiken zoals 'zanzibar', 'masai', 'zulu', 'zambezi', 'congo', 'Nijl', 'groot', 'hemel', 'schaduw', 'drum', 'zon', of 'verleden'. Wat ook handige woorden zijn: 'guerillas', 'tijdloos', 'primordiaal' and 'stammen'. Let er goed op dat 'mensen' altijd op niet-zwarten slaat en dat 'de mensen' altijd op zwarte Afrikanen betrekking heeft.
Gebruik nooit een plaatje van een aan de Westerse beschaving aangepaste Afrikaan op de kaft van je boek, of in je boek, behalve als die persoon de Nobelprijs gewonnen heeft. Een AK-47, uitstekende ribben, naakte borsten - die moet je gebruiken. Als je een Afrikaan op je plaatjes moet hebben, zorg er dan voor dat die in Masai, Zulu of Dogon kleding gekleed gaat.


In je tekst moet je Afrika beschrijven alsof het 1 land is. Het is heet en stoffig, met uitgestrekte graslanden en grote kudden dieren met lange dunne mensen die van de honger omkomen. Of, dat kan ook: het is heet en vochtig met hele korte mensen die mensapen eten. Vermoei je niet al te veel met gedetailleerde beschrijvingen. Afrika is groot, 54 landen met 900 miljoen mensen die veel te druk zijn met verhongeren, doodgaan, vechten en vluchten, dan om jouw boek te lezen. Het continent is vol woestijnen, oerwouden, steppen, savannes en veel andere dingen, maar daar geeft je lezer toch allemaal niet om; hou daarom je beschrijvingen romantisch, levensecht en zonder details.

Zorg ervoor dat je laat zien hoe Afrikanen muziek en ritme diep in hun ziel hebben en dat ze dingen eten die geen enkel ander mens zou eten. Zorg ervoor dat je het niet hebt over rijst, koeienvlees en tarwe; apenhersenen zijn de grootste lekkernij van alle Afrikanen, samen met geit, slangen, wormen en kevers en allerlei wild gedierte. Zorg er ook voor dat je laat zien dat jij al die dingen ook kunt eten zonder te rillen, en beschrijf hoe je dat geleerd hebt - omdat je van
ze houdt...

Onderwerpen die absoluut taboe zijn: gewone huiselijke scenes, liefde tussen Afrikanen (behalve als er een dode is), verwijzingen naar Afrikaanse intellectuelen of auteurs en het noemen van schoolgaande kinderen die niet lijden aan Ebola of aan de gevolgen van vrouwenbesnijdenis.

Door het hele boek moet je een sombere toon aanslaan, alsof je een onderonsje hebt met de lezer: met een droevige 'ik-heb-het-allemaal-voorspeld' toon. Maak wel vanaf het begin absoluut duidelijk dat je liberale overtuigingen smetteloos zijn. Wat je ook aan het begin al moet noemen, is hoeveel je van Afrika houdt, hoe je er verliefd op werd en hoe je zonder haar niet zou kunnen leven. Afrika is het enige content wat je lief kunt hebben - doe daar je voordeel mee. Als je een man bent, verlustig je dan in haar warme, maagdelijke bossen. Als je een vrouw bent, behandel Afrika dan als een man met een woeste jas die in de zonsondergang verdwijnt. Met Afrika moet je medelijden hebben, je moet het aanbidden of je moet het overheersen, maar ongeacht welke insteek je kiest, zorg dat je de sterke indruk achterlaat dat Afrika zonder jouw ingrijpen en zonder jouw belangrijke boek, absoluut ten dode is opgeschreven.

Je Afrikaanse personages kunnen naakte strijders, loyale dienstknechten, toverdokters en zieners en oude wijze mannen die als hermieten leven, omvatten. Of corrupte politici, onbekwame polygame reisgidsen en prostituees waarmee je naar bed bent geweest. De Loyale Knecht in je boek gedraagt zich altijd als een 7 jaar oude jongen, maar heeft een stevige hand nodig; hij is bang voor slangen, aardig voor kinderen en heeft jou altijd nodig bij ingewikkelde familiekwesties. De Oude Wijze man in je boek komt altijd van een edele stam (niet de grijpgrage stammen zoals de Kikuyus, Igbo's of Shona). Hij heeft rheumatische ogen en leeft dicht bij de Aarde. De Moderne Afrikaan in je boek is een dikke man die steelt en werkt bij de visumdienst, waar hij weigert om verblijfsvergunningen te geven aan geschikte Westerlingen die echt om Afrika geven. Hij is de vijand van echte vooruitgang en gebruikt zijn overheidsbaan altijd om het moeilijk te maken voor praktische en goedwillende expatriates die organisaties of natuurreservaten op willen zetten. Of hij is een in Oxford opgeleide intellectueel die nu seriemoordenaar en politicus met een net pak aan is geworden. Hij is een kannibaal die van Crystal champagne houdt en zijn moeder is een rijke toverpriesteres die achter de schermen het land regeert.
Bij je personages moet altijd de Hongerige Afrikaan zijn, die bijna naakt het vluchtelingenkamp rondzwerft en wacht op de goedheid van het Westen. Haar kinderen moeten vliegen ophun oogleden hebben en opgezette buikjes; haar borsten zijn plat en leeg. Ze moet absoluut hulpeloos kijken. Ze kan geen verleden, geen geschiedenis hebben - dat soort uitweidingen verknoeien het dramatische moment alleen maar. Kreunen is goed. Ze moet in de dialogen nooit iets over zichzelf zeggen, behalve dan over haar (onuitsprekelijke) lijden.
Zorg er ook voor dat er een warme moederfiguur bij zit met een rollende lach en die erg bezorgd is voor jouw welzijn. Noem haar gewoon Mama. Haar kinderen zijn allemaal boeven en slechterikjes en lopen rond de held van je verhaal, waardoor die des te beter uitkomt. De held van je verhaal kan ze lesgeven, in bad doen en ze eten geven. Hij draagt altijd veel babies en heeft de Dood gezien. Die held ben je natuurlijk zelf (als je een reportage schrijft), of als je fictie schrijft, is het een prachtige, bedroefde internationale beroemdheid of aristocraat die nu voor dierenrechten opkomt.

Slechte westerse personages kunnen kinderen zijn van Tory ministers, Afrikaners of werknemers van de Wereldbank. Als je het over uitbuiting hebt, moet je Chinese en Indiase handelaren noemen. Geef het westen volledig de schuld voor al het slechte in Afrika, maar wees niet al te concreet. Grove pennestreken zijn het beste.
Vermijd het om Afrikaanse personages te laten lachen of om ze hun best te laten doen om hun kinderen onderwijs te laten krijgen, of om ze gewoon te laten leven en werken. Laat ze iets vertellen over Europa of Amerika in Afrika. Afrikaanse personages moeten kleurrijk, exotisch en groter dan het leven zijn, maar leeg van binnen, zonder dialoog, geen conflicten met oplossingen in hun verhalen en geen diepere inhouden die je verhaal ingewikkelder maken.
Beschrijf in detail de naakte borsten (b.v. jong, oud, conservatief, zojuist verkracht, groot, klein) of de verminkte of vergrote genitalien, of wat voor genitalien dan ook. En dode lichamen. Beter nog: naakte, dode lichamen. En zeker rottende, naakte, dode lichamen.
Onthoud dat als je boek gaat over vieze, ellendige mensen, dat het dan om 'het echte Afrika' gaat en dat is wat je op de achterkaft van je boek wilt hebben staan. Voel je daar niet vervelend om: je helpt ze zo immers om meer hulp vanuit het Westen te krijgen? Het grootste taboe als je over Afrika schrijft, is om dode of lijdende blanken te beschrijven.

De dieren daarentegen, moet je behandelen als mooie ronde, complexe karakters. Ze kunnen praten (of grommen terwijl ze trots hun manen schudden) en hebben namen, ambities en verlangens. Ze hebben ook gezinsnormen: zie je hoe de leeuwen hun jongen onderwijzen? Olifanten zijn erg zorgzaam en zijn goede feministen en waardige patriarchen. Gorilla's net zo. Zeg nooit iets negatiefs over olifanten of gorilla's. Olifanten mogen menselijke bezittingen vernielen, gewassen vertrappen en zelfs mensen doden. Kies altijd de kant van de olifant. Grote katten hebben het accent van de openbare school. Hyena's zijn goed wild en hebben een vaag Oosters accent. Korte Afrikanen kunnen beschreven worden als goede mensjes, behalve als ze ruzie hebben met een olifant of chimpansee of gorilla, want in dat geval zijn ze het kwaad zelve.

Na beroemdheden-die-activist-geworden-zijn en hulpverleners, zijn natuurbeschermers de belangrijkste mensen in Afrika. Beledig ze in geen geval. Je hebt ze nodig om je uit te nodigen naar hun 25.000 ha ranch of 'natuurreservaat', en dat is ook de enige manier om de beroemdheid-activist te interviewen.
Voor je verkoop werkt een heldhaftig uitziende natuurbeschermer op de voorkant fantastisch: Iemand die er blank, verweerd en met khaki kleren uitziet en die ooit een antilope als huisdier had of een buitenverblijf heeft, is een natuurbeschermer: iemand die Afrika's rijke erfenis bewaart. Als je hem interviewt, vraag dan niet hoeveel fondsen hij heeft; en vraag niet hoeveel geld hij verdient aan het wild op z'n gebied. En vraag al helemaal niet hoeveel hij zijn bedienden betaalt.

Je lezers zullen het jammer vinden als je het licht in Afrika niet noemt, en de zonsondergangen zijn een must. Die zijn altijd groot en rood. Er is altijd een geweldige gewelfde hemel. Wijde vlakten en wild zijn ook verplicht: Afrika is het Land van de Wijde Vlakten. Als je het over de lijdende flora en fauna hebt, moet je altijd melden dat Afrika overbevolkt is. Als je hoofdpersoon in een woestijn of oerwoud woont met 'inboorlingen' (korte mensjes), dan kun je wel zeggen dat Afrika bijna ontvolkt is door Aids en Oorlog (hoofdletters gebruiken). Je hebt ook nog een nachtclub nodig die Tropicana heet, waar handelaren, slechte nouveau riche Afrikanen, prostituees, guerilla's en expatriates rondhangen.
Eindig je boek altijd met Nelson Mandela die iets zegt over regenbogen of renaissances - omdat je van ze houdt.

Geen opmerkingen: