dinsdag, december 18, 2007

Kracht in uniformiteit of diversiteit

Eenheid maakt macht. Vaak wordt dit opgevat als: eenvormigheid maakt macht. In ieder geval streven mensen die macht hebben vaak naar eenvormigheid - uniformiteit.

Ik geloof beslist dat diversiteit veel krachtiger is.
Eerst dacht ik dat dit een postmoderne gedachte is en dat dit dus laat zien dat ik door de tijdgeest aangetast ben danwel het goede van de tijdgeest overneem. Toch is dat beslist niet zo. Zomaar wat random thoughts hierover:
  • De protestantse reformatie kun je beschouwen als 'de afbraak van de uniformistische hypothese'. De kracht van dynamiek en alternatieven tegenover de opgedrongen eenheid van de Roomse kerk. Het feit dat de grens tussen Rooms en Protestant behoorlijk overeenkomt met die van het Romeinse rijk bevestigt dit.
  • Het christelijk geloof in niet-westerse landen (niet: 'christendom') groeit in een grote veelheid van verschijningsvormen en opvattingen - en daarin zit juist kracht en dynamiek.
  • Feit blijft dat machthebbers streven naar eenvormigheid. Als je bij iemand als Hitler op zoek gaat naar pluriformiteit, kom je niet ver.
  • Pas (half jaar terug) was er reclame op de radio van een groot accountantsbedrijf (geloof ik), die zeiden dat ze niet tevreden waren als alle werknemers precies hetzelfde zeiden, maar pas als de creativiteit en inzichten van alle 4000 medewerkers goed werden benut. Erg vooruitstrevend - en weinig in de praktijk toegepast denk ik.
  • Zeker als bedrijven groter worden, is er gevaar dat creativiteit en passie (lees: diversiteit) verdwijnt in hiërarchische structuren, gericht op standaardisatie en eenvormigheid. Dit geeft aan dat vaak het 'eenheid maakt macht' belangrijker is dan de 'kracht van de diversiteit'.
  • Ontwikkeling: Easterly's 'searchers' gaan ook voor creatieven manieren om stapje voor stapje met mensen een weg te vinden uit het moeras en de complexe problemen van armoede.
    Toch is het uniforme paradigma van Westerse ontwikkeling beslist dominant (en ik vraag me ook af hoe Easterly staat tegenover uniforme of pluriforme ontwikkelingstrajectories). Alleen al het dominante spraakgebruik over ontwikkeling en onderontwikkeling ('zij zijn immers nog niet zo ver als wij') en de time-lag theorie daaronder laat zien dat uniformiteit dominanter is dan pluriformiteit. Ontwikkeling zien als een 'missie in het eigene' is beslist een minderheidsstandpunt in OS land.
  • De hele nadruk op contextualisatie bij zending, begonnen bij Paulus, maar veel verder uitgewerkt na McGavran 1934 is ook een krachtig betoog voor pluriformiteit.
  • De 2.0 beweging laat ook de kracht en dynamiek zien van pluriformiteit. Ook als het gaat om ontwikkelingswerk. Tegelijkertijd zit er bij ontwikkeling 2.0 een tegenstelling: ik vermoed dat de meeste private initiatieven in ontwikkeling (en zending) juist heel sterk uitgaan van een uniformistisch ontwikkelingsmodel ('hen voordoen hoe het moet') en met maar al te weinig besef van wederkerigheid.
  • Je ziet dat kerken die erg uniformistisch ingesteld zijn (soms letterlijk: met uniformen) steeds meer moeite hebben met diversiteit (die inderdaad in de postmoderne lucht zit). Met veel overeenkomsten met de roomse kerk tijdens de protestantse reformatie. Leren van de geschiedenis zou hier betekenen: nadruk op essentie (b.v. geloof in Jezus Christus) en alle ruimte voor creatieve pluriformiteit in expressie. Dan wordt het ineens ook een stuk minder lastig om met migrantenkerken om te gaan.

Geen opmerkingen: