maandag, oktober 13, 2008

Armen - in soorten en maten

De 'allerarmsten', de 'poorest of the poor'. Twee uitdrukkingen die organisaties nogal eens graag gebruiken om aan te geven voor / met wie ze nu eigenlijk werken.
Maar je hebt er nog veel meer:

  • very poor
  • extremely poor
  • ultra poor
  • hardcore poor
  • hated poor
Pas blogde ik over microkrediet voor de extremely poor en de onzin daarvan. Wat betekent het als organisaties zeggen dat ze voor deze categorieen mensen werken? Als je alle mensen van de wereld van rijk naar arm op een rij zet, zijn de allerarmsten de achterste 2. Of 3, of 3000, of net zoveel als je de lijn legt.
Een veel betere methode is, om binnen een gemeenschap aan mensen te vragen wat armoede is. Pas heb ik (met anderen) zo'n exercitie gedaan in twee landen, ruraal gebied: wie zijn de 'very rich', de 'rich', de 'average', de 'poor', en de 'very poor'?. Dan blijkt dat mensen heel nauwkeurig aan kunnen geven welke sociale classificaties zij hanteren en wie dus de 'very poor' zijn. Een paar kleine voorbeeldjes, die meer spreken dan allerlei aantallen van geiten, landoppervlakte, etc.:
  • de 'very rich' nemen altijd voorrang in het verkeer, of ze het nu hebben of niet.
  • de 'very rich' herken je aan hun nonchalante manier van lopen.
  • de 'average' eten normaal gesproken geen vlees, maar als een schaap of geit doodgaat, hebben ze een keer vlees te eten. Als bij de 'poor' een schaap of geit doodgaat, verkopen ze het vlees omdat ze het geld nodig hebben.
Mensen gaven ook aan wie nu het meeste voordeel hadden van projecten (het ging om die projecten die men als beste had uitgekozen): dat bleek in vrijwel alle gevallen voor een groot deel naar de '(very) rich', voor een kleiner deel naar de 'average', soms ook de 'poor', maar slechts in uitzonderingen naar de 'very poor' te gaan. Microkredietprojecten al helemaal niet.
Een voorbeeld: project ter verbetering van diergezondheid (vaccinaties voor dieren): effect voor de 'very poor' is er niet, want die hebben geen dieren. Ja toch: meer gezonde dieren leidt tot meer dieren die geslacht worden op marktdagen - en dan krijgen de 'very poor' ook iets meer slachtrestjes: onderkant van de poten van schapen, de oren en nog een paar restjes.
School idem: de 'very poor' hebben geen kleren voor hun kinderen. Zijn schooluniformen ook gratis, dan hebben ze hun kinderen nodig om genoeg eten te verzamelen; speelt dat niet, dan hebben ze niet op tijd de goede informatie om mee te kunnen doen.
Oftewel, bereiken van de 'very poor', in de definitie van mensen zelf, is nog niet zo makkelijk.
Laat staan de 'extremely poor', de 'ultra poor' en al die andere categorieen.

Geen opmerkingen: