zaterdag, mei 05, 2007

Begin van het feminisme

In de tijd na de Franse revolutie begon het feminisme. Mary Wollstonecraft schreef in 1792 het boek 'right of woman'. Twee jaar daarvoor had ze het boek 'right of man' geschreven.
Vanaf dezelfde tijd speelt de industriële revolutie, eerst vooral in Engeland, na 1830 ook meer en meer in continentaal Europa. Dit leidt tot een veel grotere rolverdeling tussen man en vrouw, minder gezinsarbeid (eerst nog wel, dan gaan complete gezinnen in fabrieken werken): het beroep 'huisvrouw' werd toen veel verder ontwikkeld en ging ook inderdaad meer inhouden. Voor de nieuw ontstane middenklasse moest van alles verzonnen worden voor de vrouwen die tijd en geld ter beschikking hadden. Dit waren allemaal impulsen voor meer aandacht voor vrouwelijkheid. Tegelijkertijd waren er de individuen die in staat waren in de mannenwereld te penetreren, bijvoorbeeld de duitse Franziska Tiburtius die dokter wilde worden maar alleen in toegelaten werd door de universiteit van Zürich. We hebben het dan al over 1876.
In Amerika speelt rond deze rijd, na de burgeroorlog, het feit dat enorm veel mannen gedood zijn. In sommige plaatsen was de ration vrouwen / mannen van huwbare leeftijd: 10 / 1. Dat betekende dat vrouwen ongekend veel dingen moesten gaan doen tot en met het runnen van bedrijven en banken.

Wat allemaal veel minder bekend is, is dat de eerste grootscheepse vrouwelijke activiteiten en uitlaatklep voor feminisme, de zending was. Al in 1800 werden de eerste vrouwenclubs voor zending opgericht in Amerika en ook in Europa. In Amerika was toen de golf van zendingssocieties (die zendelingen uitzonden) nog niet eens begonnen; de ABCFM begon in 1811. Eerst haalden die alleen geld op. Ze overwonnen de mannelijke tegenstand tegen het met elkaar (dus zonder mannen) bidden voor zending. Vrouwen die zelf zendingswerk wilden doen, konden alleen als 'vrouw van' worden uitgezonden, en dat gebeurde dan ook regelmatig: soms huwelijken een week voor uitzending (b.v. de Judsons), soms zelfs naar het veld gestuurd om met nog onbekende zendeling te gaan trouwen (b.v. bij de Baseler Mission).
Maar al snel wilden vrouwen ook zelf uitgezonden worden: tussen 1820 en 1920 zijn 2 keer zoveel vrouwen uitgezonden dan mannen, met bekende voorbeelden zoals Mary Slessor, Lottie Moon en Gladys Aylward. Soms richtten ze daarvoor eigen zendingsorganisaties op, parallel aan die voor de mannen. Daarvan zijn er tientallen geweest, met name in Amerika. Nog weer later ook eigen seminaries voor vrouwen. Iemand als Lottie Moon is juist bekend geworden als voorvechter voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen (op het zendingsveld).
Het feit dat zoveel vrouwen zendingswerk gingen doen, had natuurlijk alles te maken met de beperkte mogelijkheden binnen de kerken in eigen land.
Het begin van de (praktische) feministische beweging is dus behoorlijk evangelikaal.

1 opmerking:

Anoniem zei

DankuDanku!