zaterdag, juli 07, 2007

Een oude aarde?

In het RD stonden de afgelopen dagen wat artikelen over creationisme en de oudheid van de aarde: hier, hier en hier. In het eerste artikel wordt gepleit voor bescheidenheid van creationisme, het tweede artikel geeft vanuit de kerkgeschiedenis aan dat bijbels geloof een oude aarde (dus ouder dan 6000 jaar) niet uitsluit en het derde artikel gelooft juist weer wel dat de aarde niet ouder kan zijn dan 6000 jaar.


Hieronder wat reflecties hierover.


Het lijkt erop dat het debat over evolutie of creationisme steeds meer Amerikaanse trekjes gaat krijgen. De felheid waarmee dit debat in Amerika al jarenlang ook tussen christenen onderling gevoerd wordt, zal ons hopelijk bespaard blijven. Het is daarom terecht dat dr van den Belt duidelijk maakt dat historisch gezien bijbelgetrouw zijn niet persé geloof in een 6000 jaar oude aarde inhoudt.
Het geloof dat de aarde slechts 6000 jaar oud is en dat de aarde in 6 dagen van 24 uur geschapen zijn beide relatief recent geformuleerd. Warfield en Hodge waren ook niet de enigen die geloofden in een oude aarde. De kerkvaders Justinus Martyr (ca 100-165), Irenaeus (ca. 130-200) en Hippolytus (ca 170-236) dachten dat de scheppingsdagen elk 1000 jaar lang waren, en andere kerkvaders uit de derde eeuw deelden die visie; Clemens van Alexandrië en Origenes geloofden dat de scheppingsdagen niet letterlijk waren. Origenes' argument dat dat bij de eerste drie scheppingsdagen ook helemaal niet kon omdat de tijdsaanduidingen van een etmaal er nog niet waren, wordt overigens ook door Aalders in de korte verklaring gebruikt. Augustinus geloofde dat de dagen in Genesis in ieder geval anders waren dan onze dagen. Zelfs Ambrosius die soms wordt aangehaald als proponent van de opvatting dat de scheppingsdagen 6 x 24 uur duurden, laat ruimte open voor langere dagen, omdat het Hebreeuwse woord yom, dag, ook gebruikt wordt voor langere perioden (b.v. Gen 2:4. Joz. 24:7). Het argument dat de Bijbel duidelijk is dat de eerste scheppingsdag een dag is en dus een etmaal van 24 uur, vervalt hiermee. Overigens is het ook de vraag hoe op de zesde dag van 24 uur eerst de dieren en Adam geschapen werden, dat hij vervolgens de opdracht van God ontvangt, in de hof werkt, alle dieren een naam geeft (gebaseerd op kennis over deze dieren), ontdekt dat hij iets mist, Eva nog steeds op dezelfde dag gemaakt wordt en zij ook samen instructies krijgen.
Het geloof dat de aarde pas 6000 jaar oud is, is zelfs behoorlijk recent. In 1642 berekende Lightfood voor het eerst de scheppingsdag voor het heelal, namelijk op 17 september 3928 BC. Bischop Ussher corrigeerde hem acht jaar later en stelde de schepping op 3 oktober 4004 BC. Lightfood gaf zich niet helemaal gewonnen en berekende opnieuw het scheppingsmoment en stelde dat Adam op 23 oktober 4004 BC om 9.00 uur 's morgens geschapen was. Deze visie werd breed geaccepteerd.

In de 19e eeuw, toen de wetenschap stelde dat de aarde vele malen ouder was dan 6000 jaar, kwam de Britse christen-wetenschapper Gosse met het voorstel dat God de aarde met schijnbare ouderdom geschapen zou hebben. Dit zou betekenen dat God bewust mensen op een verkeerd spoor zou zetten en dat het 'boek der natuur' en het 'boek der Schrift' echt een andere taal zouden spreken. Later werd dit argument erg gepopulariseerd door creationistische wetenschappers van de Creation Research Society, het Creation-Science Research Center, het Institute for Creation Research en de Bible-Science Association in Amerika. Zoals Jos Quist op 2 juli ook stelde, is veel van dit creationitisch onderzoek disputabel en niet altijd onterecht gelabeled als vooringenomen en onwetenschappelijk.

De vraag die veel belangrijker is, is of het de waarheid is dat onze God dit alles geschapen heeft, zoals aangegeven staat in Genesis. En over het antwoord op die vraag zijn alle bijbelgetrouwe christenen het eens. God wordt niet minder machtig als de aarde miljoenen jaren oud is en ook niet als het proces van evolutie mede een rol gespeeld heeft bij de schepping. Overigens geloven creationisten die leren dat alle dierlijk leven van de aarde verdween tijdens de zondvloed (ook in door mensen onbewoonde gebieden) en dat alle huidige diersoorten dus ontstaan zijn uit de dieren in Noach's ark, nog veel meer in het proces van evolutie, en dat proces van evolutie is dan veel sneller verlopen dan de meeste Darwinisten geloven.

Het is goed daarbij te bedenken dat atheïstische evolutionisten veel moeilijkere vragen te beantwoorden hebben dan christenen. Niet voor niets wilde Einstein lange tijd de consequentie van zijn theorieën, namelijk dat het heelal een begin zou hebben, niet aanvaarden. De bekende amerikaanse niet christelijke astronoom Robert Jastrow beschrijft in zijn boek 'God and the astronomers' de wetenschappelijke zoektocht naar de oorsprong van het heelal en eindigt dan met: '[de wetenschapper] is over de bergketens van onwetendheid heengeklommen, hij beklimt bijna de hoogste bergtop, en als hij daar eindelijk overheen kan kijken, wordt hij daar begroet door de theologen die daar al eeuwen bleken te zitten' (vert. WR).
Kortom, laten we in de gereformeerde gezindte elkaar niet de 6x24 maat gaan nemen, maar belijden dat God de hemel en de aarde geschapen heeft.

Geen opmerkingen: