woensdag, november 14, 2007

Presentie en ontwikkelingsresultaten

Eerder schreef ik over de presentiebenadering. Hier, na 9 maanden een korte reflectie op de spanning die ik voel tussen de kritiek van de presentiebenadering aan de ene kant en mijn werk aan de andere kant. Ik ben overigens nog steeds van plan meer reflecties te schrijven n.a.v. het boek en stukjes samen te vatten.

Het lezen van het boek ‘Een theorie van de presentie’ heeft me persoonlijk geraakt. Het daarin beschreven verlangen naar meer presentie herken ik. Het geeft mij existentiële vragen: ‘wie ben ik?’ Alleen jammer dat het boek te duur is. Ik heb het dus nog steeds niet zelf.
Tegelijkertijd ben ik in mijn werk volop bezig met verantwoording, resultaten van interventies en cijfers: monitoringprotocollen met indicatorenop output-outcome-effect en impact niveau; ben ik bezig met het aggregeren van resultaten, meetbaar danwel weetbaar, en staan er voor volgend jaar weer een flink aantal evaluaties gepland. Daarmee voel ik de spanning vanuit de presentiebenadering des te meer.

Ik wil de volgende drie punten noemen die over deze spanning gaan:

  1. In de eerste plaats capituleer ik niet helemaal, want ik ben bang voor het gevaar van interventies met een presentie-sausje, waarbij dan alleen verantwoording afgelegd wordt van het present-zijn. Daarbij kan zo’n manier van verantwoorden een goedkope uitvlucht worden voor het gebrek aan visie op de interventielogica: waarom en waartoe doe je de dingen die je doet. En kan op de automatische piloot jarenlang hetzelfde gedaan blijven worden – onder de dekmantel van presentie. Interventies moeten op hun uitkomsten beoordeeld blijven worden. Ik besef wel heel goed dat Andries een dergelijk misbruik van de presentiebenadering niet voorstaat.
  2. Verantwoording moet niet minder worden maar meer; het moet verbreden. Niet alleen het ‘wat’ (resultaten) en het ‘waarom’ (relevantie), maar ook het ‘hoe’ van ontwikkelingswerk moet een duidelijke plaats krijgen in verantwoording: op welke manier is het werk gedaan en met welke waarden? Was er achting, respect voor mensen, aandacht, nabijheid, werkelijke wederzijdsheid? En daarbij kan de presentiebenadering denk ik veel en goed materiaal aanleveren.Ook het subjectieve, relationele element moet veel meer terugkomen in de verantwoording: het ‘wie’. Wie ben ik en wie is de ander? Er gaan binnen OS meer stemmen op om het subjectieve een grotere plaats te geven in de verantwoording en de mythe van de naakte, objectieve feiten op zijn minst aan te vullen. En ook hier kan de presentiebenadering goed materiaal leveren.
  3. De flexibiliteit en openheid waarvoor de presentiebenadering pleit is ook een sterk punt. Je hebt in OS planners en zoekers (Easterly). Planners geloven hun eigen plannen en de maakbaarheid ervan. Zoekers gaan al tastend, lerend en bijstellend hun weg als door een moeras. De theorie van de presentie geeft een heel fundamentele kritiek op de maakbaarheidsgedachte en die kritiek geldt ook onze sector.
    Planning zonder openheid en flexibiliteit is bijgeloof.

Geen opmerkingen: